Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. infuus:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor infuus:
    • infuse


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor infuus (Nederlands) in het Engels

infuus:

infuus [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het infuus (infusum)
    the drip
    • drip [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor infuus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drip infusum; infuus debiel; drop; druppel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; schlemiel; slemiel; slungel; sofvent; sukkel; waanzinnige; watje; zot
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drip afdruipen; afdruppelen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruipen; uitdruppelen; uitlekken

Wiktionary: infuus

infuus
noun
  1. vochttoediening in de bloedvaten

Cross Translation:
FromToVia
infuus perfusion perfusion — médecine|fr Introduction lente et continue d’un médicament ou de sang dans un organisme.