Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. inlaat:
  2. inlaten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inlaat (Nederlands) in het Engels

inlaat:

inlaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de inlaat (toegang; entree; ingang)
    the access; the entrance; the entry; the admission; the admittance
    • access [the ~] zelfstandig naamwoord
    • entrance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • entry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • admission [the ~] zelfstandig naamwoord
    • admittance [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor inlaat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
access entree; ingang; inlaat; toegang akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toegang; toegangsweg; toelating; toestemming
admission entree; ingang; inlaat; toegang akkoord; bekennen; confessie; erkenning; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toegeving; toelating; toestemming
admittance entree; ingang; inlaat; toegang akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toelating; toestemming
entrance entree; ingang; inlaat; toegang binnenkomst; entree; ingang; intocht; intrede; invaart
entry entree; ingang; inlaat; toegang aankomst; aanmelden; binnenkomst; boeking; entree; hoofdwoord; ingang; inkomst; inschrijving; intocht; intrede; invoer; lemma; toetreding; trefwoord; vermelding
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
access toegang verkrijgen tot
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
entrance verrukken

inlaat vorm van inlaten:

inlaten werkwoord (laat in, liet in, lieten in, ingelaten)

  1. inlaten
    to admit; to let in
    • admit werkwoord (admits, admited, admiting)
    • let in werkwoord (lets in, let in, letting in)

Conjugations for inlaten:

o.t.t.
  1. laat in
  2. laat in
  3. laat in
  4. laten in
  5. laten in
  6. laten in
o.v.t.
  1. liet in
  2. liet in
  3. liet in
  4. lieten in
  5. lieten in
  6. lieten in
v.t.t.
  1. heb ingelaten
  2. hebt ingelaten
  3. heeft ingelaten
  4. hebben ingelaten
  5. hebben ingelaten
  6. hebben ingelaten
v.v.t.
  1. had ingelaten
  2. had ingelaten
  3. had ingelaten
  4. hadden ingelaten
  5. hadden ingelaten
  6. hadden ingelaten
o.t.t.t.
  1. zal inlaten
  2. zult inlaten
  3. zal inlaten
  4. zullen inlaten
  5. zullen inlaten
  6. zullen inlaten
o.v.t.t.
  1. zou inlaten
  2. zou inlaten
  3. zou inlaten
  4. zouden inlaten
  5. zouden inlaten
  6. zouden inlaten
diversen
  1. laat in!
  2. laat in!
  3. ingelaten
  4. inlatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inlaten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
admit inlaten als waar erkennen; autoriseren; biechten; binnen laten; bloot leggen; dulden; duren; erkennen; fiatteren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; iemand toelaten; inwilligen; laten; opbiechten; openbaren; opnemen; opvangen; permitteren; reveleren; toegang verschaffen; toegeven; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemming verlenen; vergunnen; zich uiten
let in inlaten binnenlaten; deur openen; iemand toelaten; naar binnen laten; naarbinnen laten; opendoen voor; toegang verschaffen; toelaten

Wiktionary: inlaten

inlaten
verb
  1. to join by means of notches