Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. juni:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor juni (Nederlands) in het Engels

juni:

juni [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de juni
    the June
    • June [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor juni:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
June juni

Verwante definities voor "juni":

  1. de zesde maand van het jaar1
    • op 21 juni begint de zomer1

Wiktionary: juni

juni
noun
  1. de zesde maand van het jaar
juni
proper noun
  1. sixth month of the Gregorian calendar

Cross Translation:
FromToVia
juni June Juni — der sechste Monat im Jahr