Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. karakteriseren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor karakteriseren (Nederlands) in het Engels

karakteriseren:

karakteriseren werkwoord (karakteriseer, karakteriseert, karakteriseerde, karakteriseerden, gekarakteriseerd)

  1. karakteriseren (kenschetsen; kenmerken; typeren)
    to characterize; to characterise
    – describe or portray the character or the qualities or peculiarities of 1
    • characterize werkwoord, Amerikaans (characterizes, characterized, characterizing)
      • You can characterize his behavior as that of an egotist1
      • This poem can be characterized as a lament for a dead lover1
    • characterise werkwoord, Brits
    to define
    – determine the essential quality of 1
    • define werkwoord (defines, defined, defining)
    to depict; to describe
    – give a description of 1
    • depict werkwoord (depicts, depicted, depicting)
    • describe werkwoord (describes, described, describing)
    to mark
    • mark werkwoord (marks, marked, marking)
  2. karakteriseren (kenmerken; tekenen; typeren; kenschetsen)
    to characterize; to characterise
    – describe or portray the character or the qualities or peculiarities of 1
    • characterize werkwoord, Amerikaans (characterizes, characterized, characterizing)
      • You can characterize his behavior as that of an egotist1
      • This poem can be characterized as a lament for a dead lover1
    • characterise werkwoord, Brits
    to typify
    – express indirectly by an image, form, or model; be a symbol 1
    • typify werkwoord (typifies, typified, typifying)
    to mark
    • mark werkwoord (marks, marked, marking)

Conjugations for karakteriseren:

o.t.t.
  1. karakteriseer
  2. karakteriseert
  3. karakteriseert
  4. karakteriseren
  5. karakteriseren
  6. karakteriseren
o.v.t.
  1. karakteriseerde
  2. karakteriseerde
  3. karakteriseerde
  4. karakteriseerden
  5. karakteriseerden
  6. karakteriseerden
v.t.t.
  1. heb gekarakteriseerd
  2. hebt gekarakteriseerd
  3. heeft gekarakteriseerd
  4. hebben gekarakteriseerd
  5. hebben gekarakteriseerd
  6. hebben gekarakteriseerd
v.v.t.
  1. had gekarakteriseerd
  2. had gekarakteriseerd
  3. had gekarakteriseerd
  4. hadden gekarakteriseerd
  5. hadden gekarakteriseerd
  6. hadden gekarakteriseerd
o.t.t.t.
  1. zal karakteriseren
  2. zult karakteriseren
  3. zal karakteriseren
  4. zullen karakteriseren
  5. zullen karakteriseren
  6. zullen karakteriseren
o.v.t.t.
  1. zou karakteriseren
  2. zou karakteriseren
  3. zou karakteriseren
  4. zouden karakteriseren
  5. zouden karakteriseren
  6. zouden karakteriseren
en verder
  1. ben gekarakteriseerd
  2. bent gekarakteriseerd
  3. is gekarakteriseerd
  4. zijn gekarakteriseerd
  5. zijn gekarakteriseerd
  6. zijn gekarakteriseerd
diversen
  1. karakteriseer!
  2. karakteriseert!
  3. gekarakteriseerd
  4. karakteriserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor karakteriseren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mark beoordelingscijfer; cijfer; doelschijf; eigenschap; etiket; herkenningsteken; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken; litteken; merk; merkteken; onderscheidingsteken; punt; rapportcijfer; schietschijf; schoolcijfer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
characterise karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren
characterize karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren
define karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren aanduiden; aangeven; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; bepalen; beschrijven; definiëren; iets aanwijzen; indiceren; mededelen; nader omschrijven; omlijnen; omschrijven; preciseren; uiteenzetten; verhalen; vertellen; wijzen; zeggen
depict karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren afbeelden; afschilderen; beschrijven; doen lijken; mededelen; portretteren; schilderen; tekenen; uiteenzetten; verhalen; vertellen; zeggen
describe karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren afschilderen; beschrijven; doen lijken; mededelen; omschrijven; schetsen; uiteenzetten; verhalen; vertellen; weergeven; zeggen
mark karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren aankruisen; aanstrepen; afvinken; branden; brandmerken; inbranden; keurmerken; markeren; merken; van stigma's voorzien; vinken
typify karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren

Wiktionary: karakteriseren

karakteriseren
verb
  1. (overgankelijk) kenmerken