Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kietelend:
  2. kietelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kietelend (Nederlands) in het Engels

kietelend:

kietelend bijvoeglijk naamwoord

  1. kietelend (kittelachtig)
    tickling; itchy; itching; titillating

Vertaal Matrix voor kietelend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
itching jeuk; jeukerigheid; kriebel
tickling gekietel; gekriebel; jeuk; jeukerigheid; kriebel
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
itchy kietelend; kittelachtig jeukerig; kriebelig; kriebeling veroorzakend; prikkelig
tickling kietelend; kittelachtig kriebelig; kriebeling veroorzakend; prikkelig
titillating kietelend; kittelachtig pikant; zinnenprikkelend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
itching kietelend; kittelachtig jeukerig

kietelen:

kietelen werkwoord (kietel, kietelt, kietelde, kietelden, gekieteld)

  1. kietelen (kittelen)
    to tickle; to titillate
    • tickle werkwoord (tickles, tickled, tickling)
    • titillate werkwoord (titillates, titillated, titillating)

Conjugations for kietelen:

o.t.t.
  1. kietel
  2. kietelt
  3. kietelt
  4. kietelen
  5. kietelen
  6. kietelen
o.v.t.
  1. kietelde
  2. kietelde
  3. kietelde
  4. kietelden
  5. kietelden
  6. kietelden
v.t.t.
  1. heb gekieteld
  2. hebt gekieteld
  3. heeft gekieteld
  4. hebben gekieteld
  5. hebben gekieteld
  6. hebben gekieteld
v.v.t.
  1. had gekieteld
  2. had gekieteld
  3. had gekieteld
  4. hadden gekieteld
  5. hadden gekieteld
  6. hadden gekieteld
o.t.t.t.
  1. zal kietelen
  2. zult kietelen
  3. zal kietelen
  4. zullen kietelen
  5. zullen kietelen
  6. zullen kietelen
o.v.t.t.
  1. zou kietelen
  2. zou kietelen
  3. zou kietelen
  4. zouden kietelen
  5. zouden kietelen
  6. zouden kietelen
en verder
  1. ben gekieteld
  2. bent geieteld
  3. is gekieteld
  4. zijn gekieteld
  5. zijn gekieteld
  6. zijn gekieteld
diversen
  1. kietel!
  2. kietelt!
  3. gekieteld
  4. kietelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kietelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tickle gekietel; gekriebel; jeuk; jeukerigheid; kriebel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tickle kietelen; kittelen jeuken; kriebelen
titillate kietelen; kittelen jeuken; kriebelen

Wiktionary: kietelen

kietelen
verb
  1. het prikkelen van gevoelige stukken huid bij anderen door middel van licht aanraken
kietelen
verb
  1. to touch in a manner that causes tingling sensation

Cross Translation:
FromToVia
kietelen tickle chatouillercauser, par des attouchements légers et répétés, un tressaillement qui provoquer généralement le rire.