Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kinderlijkheid:
  2. kinderlijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kinderlijkheid (Nederlands) in het Engels

kinderlijkheid:

kinderlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de kinderlijkheid (onnozelheid; naïviteit; simpelheid; naïveteit)
    the naïvete; the foolishness; the inanity; the silliness

Vertaal Matrix voor kinderlijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
foolishness kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid dwaasheid; gekheid; gekkenwerk; gekkigheid; gekte; idioterie; malligheid; zotheid
inanity kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid idiotisme; waanzinnigheid
naïvete kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid
silliness kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid gein; jolijt; keet; leut; lol; malheid; plezier; pret

Verwante woorden van "kinderlijkheid":


kinderlijkheid vorm van kinderlijk:

kinderlijk bijvoeglijk naamwoord

  1. kinderlijk (infantiel; kinderachtig)
    childish; child-like; as a child

Vertaal Matrix voor kinderlijk:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
childish infantiel; kinderachtig; kinderlijk jongensachtig; kinds
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
as a child infantiel; kinderachtig; kinderlijk als een kind
child-like infantiel; kinderachtig; kinderlijk jongensachtig

Verwante woorden van "kinderlijk":


Wiktionary: kinderlijk

kinderlijk
adjective
  1. childish; immature