Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kleinschaligheid:
  2. kleinschalig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kleinschaligheid (Nederlands) in het Engels

kleinschaligheid:

kleinschaligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de kleinschaligheid
    the small-scaliness; the small scale

Vertaal Matrix voor kleinschaligheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
small scale kleinschaligheid
small-scaliness kleinschaligheid

Verwante woorden van "kleinschaligheid":


kleinschaligheid vorm van kleinschalig:

kleinschalig bijvoeglijk naamwoord

  1. kleinschalig
    small-scale

Vertaal Matrix voor kleinschalig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
small-scale kleinschalig kleinschalige

Verwante woorden van "kleinschalig":