Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. klikken:
  2. klik:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klikken (Nederlands) in het Engels

klikken:

klikken werkwoord (klik, klikt, klikte, klikten, geklikt)

  1. klikken (verklappen)
    to reveal; to denounce; peach; to disclose; to give away; to report; to squeal; to inform against; to tell tales
    • reveal werkwoord (reveals, revealed, revealing)
    • denounce werkwoord (denounces, denounced, denouncing)
    • peach werkwoord
    • disclose werkwoord (discloses, disclose, disclosing)
    • give away werkwoord (gives away, gave away, giving away)
    • report werkwoord (reports, reported, reporting)
    • squeal werkwoord (squeals, squealled, squealling)
    • inform against werkwoord (informs against, informed against, informing against)
    • tell tales werkwoord (tells tales, told tales, telling tales)
  2. klikken (verklikken; verraden; verklappen; verlinken)
    to reveal; to squeal; to disclose; to blab; to give away; to inform against
    • reveal werkwoord (reveals, revealed, revealing)
    • squeal werkwoord (squeals, squealled, squealling)
    • disclose werkwoord (discloses, disclose, disclosing)
    • blab werkwoord (blabs, blabbed, blabbing)
    • give away werkwoord (gives away, gave away, giving away)
    • inform against werkwoord (informs against, informed against, informing against)
  3. klikken
    to click
    – To press and release a mouse button once without moving the mouse. Clicking is usually performed to select or deselect an item or to activate a program or program feature. 1
    • click werkwoord (clicks, clicked, clicking)

Conjugations for klikken:

o.t.t.
  1. klik
  2. klikt
  3. klikt
  4. klikken
  5. klikken
  6. klikken
o.v.t.
  1. klikte
  2. klikte
  3. klikte
  4. klikten
  5. klikten
  6. klikten
v.t.t.
  1. heb geklikt
  2. hebt geklikt
  3. heeft geklikt
  4. hebben geklikt
  5. hebben geklikt
  6. hebben geklikt
v.v.t.
  1. had geklikt
  2. had geklikt
  3. had geklikt
  4. hadden geklikt
  5. hadden geklikt
  6. hadden geklikt
o.t.t.t.
  1. zal klikken
  2. zult klikken
  3. zal klikken
  4. zullen klikken
  5. zullen klikken
  6. zullen klikken
o.v.t.t.
  1. zou klikken
  2. zou klikken
  3. zou klikken
  4. zouden klikken
  5. zouden klikken
  6. zouden klikken
diversen
  1. klik!
  2. klikt!
  3. geklikt
  4. klikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

klikken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het klikken (overbrengen; aanbrengen)
    the tattle taling; the splitting; the telling of tales

Vertaal Matrix voor klikken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
click biljartballenbosting; klik; klots
give away weggeven
peach beminde; dot; duifje; hartekind; hartje; liefje; liefste; lieve; perzik; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoes; troeteltje
report aantekening; bekendmaking; bericht; berichtgeving; blad; boodschap; gewag; lijst; lijst van gegevens; maandblad; magazine; mededeling; mededelingen; melding; noot; notitie; opgaaf; opgave; opschrijving; opstel; overzicht; periodiek; proces verbaal; rapport; rapportage; referaat; relaas; reportage; scriptie; staat; staatje; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; uitspraak; verhaal; verklaring; vermelding; verslag; verwittiging; weekblad; weergave
splitting aanbrengen; klikken; overbrengen aftakking; kruising; kruising van straten; kruispunt; splijting; splitsen; splitsing; vertakking; wegkruising; wegsplitsing
squeal gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
tattle taling aanbrengen; klikken; overbrengen
telling of tales aanbrengen; klikken; overbrengen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blab klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden babbelen; doorgeven; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; flappen; kakelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; kwijlen; lullen; overbrieven; praten; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; uit de school klappen; uitflappen; verklappen; verklikken; verraden; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
click klikken
denounce klikken; verklappen aanklagen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; berispen; beschuldigen; betichten; manen; slecht voorstellen; ten laste leggen; terechtwijzen; verketteren; vermanen; verwerpen; waarschuwen
disclose klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden bloot leggen; ontpoppen; reveleren
give away klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aanbrengen; aangeven; ten huwelijk geven; uitbrengen; uithuwelijken; uithuwen; vergeven; vergiffenis schenken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; weggeven; wegschenken
inform against klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
peach klikken; verklappen aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
report klikken; verklappen berichten; beschrijven; iets melden; informeren; mededelen; meedelen; melden; rapporteren; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; verslag uitbrengen; vertellen; zeggen
reveal klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden bloot leggen; ontdekken; ontpoppen als; ontsluieren; ontwaren; openbaren; opsporen; reveleren; zich uiten
squeal klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aanbrengen; aangeven; blaffen; brullen; huilen; janken; keffen; krijsen; uitbrengen; uitgieren; uitgillen; uitkrijsen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
tell tales klikken; verklappen brullen; huilen; janken; krijsen; overbrieven; uit de school klappen; verklikken

Verwante woorden van "klikken":


Wiktionary: klikken

klikken
noun
  1. act of pressing a button on a computer mouse
verb
  1. to report others' wrongdoings or violations

Cross Translation:
FromToVia
klikken accuse; denounce accuserdéférer à la justice quelqu’un comme coupable d’un délit, d’un crime.
klikken click cliquer — info|fr (tr-indir|fr) Enfoncer et relâcher le bouton-poussoir (ou cliquet) d'une souris ou d'un dispositif similaire.
klikken deliver; furnish; supply; provide livrer — Traductions à trier suivant le sens

klik:

klik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de klik
    the click
    • click [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
click klik biljartballenbosting; klots
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
click klikken

Verwante woorden van "klik":


Wiktionary: klik

klik
noun
  1. kort geluid
  2. actie op en computerscherm
  3. soort medeklinker