Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. klodder:
  2. klodderen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klodder (Nederlands) in het Engels

klodder:

klodder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de klodder (kwak; kledder; lik)
    the blob; the clot; the slush; the dab
    • blob [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slush [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dab [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klodder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blob kledder; klodder; kwak; lik BLOB; blob
clot kledder; klodder; kwak; lik klont; klonter
dab kledder; klodder; kwak; lik schar
slush kledder; klodder; kwak; lik bagger; modder; prut; slib; slijk; slik; sneeuwwater
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clot klonteren; opstijven
dab afbetten; betten; bevochtigen; deppen

Verwante woorden van "klodder":

  • klodderen, klodders, kloddertje, kloddertjes

klodder vorm van klodderen:

klodderen werkwoord (klodder, kloddert, klodderde, klodderden, geklodderd)

  1. klodderen (kladderen; kliederen)
    to daub; to blot; make blots
    • daub werkwoord (daubs, daubed, daubing)
    • blot werkwoord (blots, blotted, blotting)
    • make blots werkwoord

Conjugations for klodderen:

o.t.t.
  1. klodder
  2. kloddert
  3. kloddert
  4. klodderen
  5. klodderen
  6. klodderen
o.v.t.
  1. klodderde
  2. klodderde
  3. klodderde
  4. klodderden
  5. klodderden
  6. klodderden
v.t.t.
  1. heb geklodderd
  2. hebt geklodderd
  3. heeft geklodderd
  4. hebben geklodderd
  5. hebben geklodderd
  6. hebben geklodderd
v.v.t.
  1. had geklodderd
  2. had geklodderd
  3. had geklodderd
  4. hadden geklodderd
  5. hadden geklodderd
  6. hadden geklodderd
o.t.t.t.
  1. zal klodderen
  2. zult klodderen
  3. zal klodderen
  4. zullen klodderen
  5. zullen klodderen
  6. zullen klodderen
o.v.t.t.
  1. zou klodderen
  2. zou klodderen
  3. zou klodderen
  4. zouden klodderen
  5. zouden klodderen
  6. zouden klodderen
diversen
  1. klodder!
  2. kloddert!
  3. geklodderd
  4. klodderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor klodderen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blot moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje
daub flard; homp; lap; lor; prul; vod; vodje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blot kladderen; kliederen; klodderen bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen
daub kladderen; kliederen; klodderen bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen
make blots kladderen; kliederen; klodderen

Verwante woorden van "klodderen":