Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kluif:
  2. kluiven:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kluif (Nederlands) in het Engels

kluif:

kluif [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kluif
    the knuckle; the bone; the leg
    • knuckle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bone [the ~] zelfstandig naamwoord
    • leg [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kluif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bone kluif been; bot; het binnenste van iets; ledemaat; merg
knuckle kluif knekel; knokkel
leg kluif been; ledemaat; onderstel; poot; staander; voet
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bone afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bone benen

Verwante woorden van "kluif":


kluiven:

kluiven werkwoord (kluif, kluift, kloof, kloven, gekloven)

  1. kluiven (knauwen)
    to nibble; to gnaw; to pick; to munch; to nybble
    • nibble werkwoord, Amerikaans (nibbles, nibbled, nibbling)
    • gnaw werkwoord (gnaws, gnawed, gnawing)
    • pick werkwoord (picks, picked, picking)
    • munch werkwoord (munches, munched, munching)
    • nybble werkwoord, Brits
    to peck
    – eat like a bird 1
    • peck werkwoord (pecks, pecked, pecking)

Conjugations for kluiven:

o.t.t.
  1. kluif
  2. kluift
  3. kluift
  4. kluiven
  5. kluiven
  6. kluiven
o.v.t.
  1. kloof
  2. kloof
  3. kloof
  4. kloven
  5. kloven
  6. kloven
v.t.t.
  1. heb gekloven
  2. hebt gekloven
  3. heeft gekloven
  4. hebben gekloven
  5. hebben gekloven
  6. hebben gekloven
v.v.t.
  1. had gekloven
  2. had gekloven
  3. had gekloven
  4. hadden gekloven
  5. hadden gekloven
  6. hadden gekloven
o.t.t.t.
  1. zal kluiven
  2. zult kluiven
  3. zal kluiven
  4. zullen kluiven
  5. zullen kluiven
  6. zullen kluiven
o.v.t.t.
  1. zou kluiven
  2. zou kluiven
  3. zou kluiven
  4. zouden kluiven
  5. zouden kluiven
  6. zouden kluiven
diversen
  1. kluif!
  2. kluift!
  3. gekloven
  4. kluivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kluiven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peck kusje; zoentje
pick houweel; klover; selectie; uitverkoring
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gnaw kluiven; knauwen aanbijten; aanvreten; knabbelen; knagen; knauwen; peuzelen
munch kluiven; knauwen consumeren; eten; gebruiken; knagen; knauwen; nuttigen; opeten; oppeuzelen; snoepen; spijzen; tot zich nemen; verorberen
nibble kluiven; knauwen consumeren; eten; gebruiken; knabbelen; knagen; knauwen; nuttigen; opeten; oppeuzelen; opvreten; peuzelen; snoepen; spijzen; tot zich nemen; verorberen; verslinden; verzwelgen
nybble kluiven; knauwen consumeren; eten; gebruiken; knabbelen; knagen; knauwen; nuttigen; opeten; oppeuzelen; opvreten; peuzelen; snoepen; spijzen; tot zich nemen; verorberen; verslinden; verzwelgen
peck kluiven; knauwen schaften; spijzen
pick kluiven; knauwen binnen halen; kiezen; knabbelen; knagen; knauwen; oogsten; orderverzamelen; peuteren; peuzelen; plukken; pulken; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitverkiezen; uitzoeken; verkiezen; ziften

Verwante woorden van "kluiven":


Wiktionary: kluiven

kluiven
verb
  1. een bot in handen houden en er vlees van afhappen