Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. knoet:
  2. Wiktionary:
    • knoet → cat o' nine tails, bun, knout


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knoet (Nederlands) in het Engels

knoet:

knoet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de knoet (knuppel)
    the cudgel
    – a club that is used as a weapon 1
    • cudgel [the ~] zelfstandig naamwoord
    the stick; the bat; the baton
    • stick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • baton [the ~] zelfstandig naamwoord
    the knout
    – a whip with a lash of leather thongs twisted with wire; used for flogging prisoners 1
    • knout [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de knoet (wrong; knoedel; vlecht; )
    the knot; the bun; the knot of hair
    • knot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bun [the ~] zelfstandig naamwoord
    • knot of hair [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor knoet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bat knoet; knuppel hakhout; slaghout; vleermuis
baton baton; bâton; dirigeerstaf; gummiknuppel; gummistok; staaf; staf; stang; stok; wapenstok
bun haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong knot; knotje haar; toet
cudgel knoet; knuppel
knot haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong knot; schuifknoop; streng garen; strik
knot of hair haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong pluk haar; toet
knout knoet; knuppel
stick knoet; knuppel baton; hakhout; hockeystick; loot; phylum; pook; schacht; slaghout; staaf; staf; stam; stang; stok; takje; twijg; versnellingshandel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cudgel knuppelen; ranselen
knot aan elkaar binden; aan elkaar knopen; bevestigen; knopen; strikken; vastknopen; verbinden
stick aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; blijven hangen; blijven steken; graaien; grijpen; grissen; haperen; iets vastkleven; jatten; kleven; klitten; lijmen; omhoogzitten; op hetzelfde niveau blijven; pikken; plakken; samenplakken; snaaien; stagneren; stokken; vast blijven hangen; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastlopen; vastplakken; wegkapen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
baton knoet; knuppel

Verwante woorden van "knoet":

  • knoeten

Verwante definities voor "knoet":

  1. hij zit bij haar onder de knoet2
    • hij moet doen wat zij zegt2

Wiktionary: knoet

knoet
noun
  1. karwats
    • knoet → cat o' nine tails
  2. bundel ineengedraaid haar
    • knoetbun
knoet
noun
  1. kind of whip