Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kussentje:
  2. kussen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kussentje (Nederlands) in het Engels

kussentje:

kussentje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kussentje
    the cushion; the pillow
    • cushion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pillow [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kussentje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cushion kussentje hoofdkussen; kussen; peluw
pillow kussentje hoofdkussen; kussen; peluw

Verwante woorden van "kussentje":


kussen:

kussen werkwoord (kus, kust, kuste, kusten, gekust)

  1. kussen (zoenen)
    to kiss
    • kiss werkwoord (kisses, kissed, kissing)

Conjugations for kussen:

o.t.t.
  1. kus
  2. kust
  3. kust
  4. kussen
  5. kussen
  6. kussen
o.v.t.
  1. kuste
  2. kuste
  3. kuste
  4. kusten
  5. kusten
  6. kusten
v.t.t.
  1. heb gekust
  2. hebt gekust
  3. heeft gekust
  4. hebben gekust
  5. hebben gekust
  6. hebben gekust
v.v.t.
  1. had gekust
  2. had gekust
  3. had gekust
  4. hadden gekust
  5. hadden gekust
  6. hadden gekust
o.t.t.t.
  1. zal kussen
  2. zult kussen
  3. zal kussen
  4. zullen kussen
  5. zullen kussen
  6. zullen kussen
o.v.t.t.
  1. zou kussen
  2. zou kussen
  3. zou kussen
  4. zouden kussen
  5. zouden kussen
  6. zouden kussen
diversen
  1. kus!
  2. kust!
  3. gekust
  4. kussend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kussen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kussen (hoofdkussen; peluw)
    the cushion; the pillow
    • cushion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pillow [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kussen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cushion hoofdkussen; kussen; peluw kussentje
kiss biljartballenbosting; klots; kus; smakker; zoen
pillow hoofdkussen; kussen; peluw kussentje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kiss kussen; zoenen

Verwante woorden van "kussen":


Verwante definities voor "kussen":

  1. hem met de lippen aanraken1
    • ik gaf hem een kus bij het afscheid1
  2. hoes die met veren of schuimrubber gevuld is1
    • ik slaap altijd met mijn hoofd op twee kussens1

Wiktionary: kussen

kussen
noun
  1. een met zacht materiaal gevulde zak, dienende om het (slaap)comfort van de gebruiker te verbeteren
verb
  1. een kus geven
kussen
verb
  1. to touch each other’s lips
  2. to touch with the lips
noun
  1. absorbent or protective item
  2. soft material in cloth bag
  3. soft cushion used to support the head in bed

Cross Translation:
FromToVia
kussen cushion Kissen — mit weichem Füllmaterial befüllter Beutel zur Unterpolsterung und Stützung von Körperteilen
kussen pillow KopfkissenKissen zur Ablage des Kopfes im Bett
kussen kiss küssen — mit den Lippen eine andere Person oder einen Gegenstand berühren, zum Zeichen der Liebe oder Verehrung; einen Kuss geben
kussen kiss baiser — Donner un baiser
kussen cushion; pillow; squab coussinenveloppe composée de tissu, de cuir, rembourrée servant d’appui, d’ornement ou de siège.
kussen kiss embrasser — donner un baiser
kussen pillow oreiller — Coussin qui sert à soutenir la tête quand on est couché