Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. lade:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lade (Nederlands) in het Engels

lade:

lade [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de lade (schuiflade; la; schuifla)
    the drawer; the la; the case; the till
    • drawer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • la [the ~] zelfstandig naamwoord
    • case [the ~] zelfstandig naamwoord
    • till [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lade:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
case la; lade; schuifla; schuiflade aangelegenheid; aanvraag; affaire; behuizing; casus; contract; doos; etui; foedraal; geding; geval; issue; kist; kistje; koker; kokervormig doosje; krat; kratje; kwestie; naamval; pennendoosje; pennenkoker; probleem; procedure; proces; proefpersoon; punt; rechtsgeding; rechtszaak; taak; vraagstuk; zaak
drawer la; lade; schuifla; schuiflade laatje; tekenaar
la la; lade; schuifla; schuiflade
till la; lade; schuifla; schuiflade geldlade; laatje
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
till t/m; tot; tot bij; tot en met; totdat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
till tot aan

Verwante woorden van "lade":

  • lades

Wiktionary: lade

lade
noun
  1. open-topped box in a cabinet used for storing

Cross Translation:
FromToVia
lade drawer Schublade — oben offenes Behältnis, das in einem Möbelstück eingebaut ist
lade drawer tiroir — Casier, compartiment, coulissant.