Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lading (Nederlands) in het Engels

lading:

lading [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de lading (electrische lading)
    the charge; the electrical charge; the static electricity; the static
  2. de lading (belading; vracht; last)
    the freight; the cargo; the load; the shipment; the loading; the haul; the weight
    • freight [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cargo [the ~] zelfstandig naamwoord
    • load [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shipment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • loading [the ~] zelfstandig naamwoord
    • haul [the ~] zelfstandig naamwoord
    • weight [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de lading (cargo; vracht)
    the cargo
    • cargo [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. de lading
    the load
    • load [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lading:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cargo belading; cargo; lading; last; vracht scheepslading; transport; vrachtgoed; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
charge electrische lading; lading aanklacht; beschuldiging; proces verbaal; rapport; tenlastelegging; toeslag; verklaring
electrical charge electrische lading; lading
freight belading; lading; last; vracht vrachtgoed; vrachtkosten
haul belading; lading; last; vracht
load belading; lading; last; vracht accumulatie; belasting; bende; berg; drom; grote hoeveelheid; hinder; hoop; horde; last; massa; menigte; moeite; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; overlast; overvloed; schare; soesa; stapel; vrachtgoed; vrachtje
loading belading; lading; last; vracht bevrachting; inladen; inlading; inscheping; verlading; vracht
shipment belading; lading; last; vracht inladen; verlading; vrachtgoed
static electrische lading; lading
static electricity electrische lading; lading
weight belading; lading; last; vracht aantal kilogrammen; belang; gevoelslast; gewicht; gewichtigheid; gewichtsklasse; hinder; last; moeite; overlast; soesa; zwaarte
- last; vracht
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charge aanklagen; beschuldigen; betichten; bevelen; casseren; chargeren; commanderen; decreteren; dicteren; factureren; gebieden; gelasten; in rekening brengen; incrimineren; opdragen; overdrijven; ten laste leggen; tenlaste leggen; verdacht maken; verdenken; verordenen; verordonneren; voorschrijven
freight beladen; bevrachten; laden
haul aanslepen; eruit halen; met een takel ophijsen; slepen; sleuren; takelen; te voorschijn trekken; trekken; voorttrekken
load beladen; bevrachten; bezwaren; geweer laden; gewicht toevoegen; inladen; laden; opladen elektriciteit; opnieuw laden; verzwaren; zwaarder maken
weight bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
static statisch
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
shipment verzending

Verwante woorden van "lading":


Synoniemen voor "lading":


Verwante definities voor "lading":

  1. waar je een vervoermiddel mee volstopt of belast1
    • er ging een lading grind in de vrachtwagen1

Wiktionary: lading

lading
noun
  1. goederen die vervoerd worden
  2. een grote hoeveelheid
  3. opeengehoopte elektriciteit
  4. de bijbetekenis die door een bepaalde zinsnede opgeroepen wordt
lading
noun
  1. number of articles that can be transported or processed at one time
  2. amount that fills a container
  3. electromagnetic state
  4. electric charge

Cross Translation:
FromToVia
lading weight; load; burden Last Transportwesen: etwas, was sich durch sein Gewicht nach unten drückt oder zieht; auch Ladung, Fracht; was man trägt
lading pressure; burden Last — psychischer Druck, beschwerlicher Umstand

Verwante vertalingen van lading