Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lelijk (Nederlands) in het Engels

lelijk:

lelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. lelijk (lelijk uitziend)
    ugly; plain
    • ugly bijvoeglijk naamwoord
    • plain bijvoeglijk naamwoord
  2. lelijk (onaantrekkelijk; afstotend)
    unattractive; ugly
  3. lelijk (onooglijk; verfoeilijk)
    unsightly; ugly
  4. lelijk (afstotend voor zintuigen; weerzinwekkend; afschuwelijk)
    repellent; repulsive; revolting; repellant
  5. lelijk (afstotelijk voor zintuigen)
    repulsive; repelling; forbidding; revolting

Vertaal Matrix voor lelijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
repelling terugwijzen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forbidding afstotelijk voor zintuigen; lelijk
plain vlakte
repellant afschuwelijk; afstotend voor zintuigen; lelijk; weerzinwekkend
repellent afschuwelijk; afstotend voor zintuigen; lelijk; weerzinwekkend
repulsive afschuwelijk; afstotelijk voor zintuigen; afstotend voor zintuigen; lelijk; weerzinwekkend afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; goor; misselijkmakend; onappetijtelijk; onsmakelijk; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend
ugly afstotend; lelijk; lelijk uitziend; onaantrekkelijk; onooglijk; verfoeilijk
unattractive afstotend; lelijk; onaantrekkelijk
unsightly lelijk; onooglijk; verfoeilijk armoedig; flodderig; haveloos; onooglijk; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plain lelijk; lelijk uitziend alledaags; blank; cru; direct; eenvoudig; effen; gewoon; gewoonweg; klinkklaar; niets bijzonders; onbewimpeld; ongelakt; ongezouten; onknap; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; ordinair; puur; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; ruiterlijk; van één kleur; vrij; vrijelijk; vrijuit; wit; wit van huidskleur
repelling afstotelijk voor zintuigen; lelijk afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; misselijkmakend; walgelijk; weerzinwekkend
revolting afschuwelijk; afstotelijk voor zintuigen; afstotend voor zintuigen; lelijk; weerzinwekkend afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; goor; misselijkmakend; onverkwikkelijk; ranzig; rebellerend; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend

Verwante woorden van "lelijk":

  • lelijkheid, lelijker, lelijkere, lelijkst, lelijkste, lelijke

Antoniemen van "lelijk":


Verwante definities voor "lelijk":

  1. gemeen1
    • lelijke leugenaar!1
  2. ongunstig of slecht1
    • het is lelijk weer vandaag1
  3. vervelend of naar om te zien of te horen1
    • ik vind dat een lelijk gebouw1

Wiktionary: lelijk

lelijk
adjective
  1. onprettig om naar te kijken, niet mooi
lelijk
adjective
  1. displeasing to the eye; not aesthetically pleasing
  2. -

Cross Translation:
FromToVia
lelijk ugly; mean; nasty laid — Qui a quelque défaut qui se remarque dans les proportions
lelijk despicable; contemptible; despisable; invalid méprisable — Qui est digne de mépris.
lelijk paltry; rotten; lousy; no good; wretched piètre — Qui est mesquin, chétif et de nulle valeur dans son genre.
lelijk wicked; mean; nasty; naughty vilain — Qui déplaire à la vue.

Verwante vertalingen van lelijk