Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. maf:
  2. maffen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor maf (Nederlands) in het Engels

maf:

maf bijvoeglijk naamwoord

  1. maf (geschift; gek; mesjogge; )
    crazy; insane; ridiculous; daft; stupid; foolish; silly; mad; odd; idiotic; funny
    • crazy bijvoeglijk naamwoord
    • insane bijvoeglijk naamwoord
    • ridiculous bijvoeglijk naamwoord
    • daft bijvoeglijk naamwoord
    • stupid bijvoeglijk naamwoord
    • foolish bijvoeglijk naamwoord
    • silly bijvoeglijk naamwoord
    • mad bijvoeglijk naamwoord
    • odd bijvoeglijk naamwoord
    • idiotic bijvoeglijk naamwoord
    • funny bijvoeglijk naamwoord
  2. maf (vreemd; eigenaardig; dwaas; )
    weird; ridiculous; muzzy; foolish; odd; silly; insane; mixed up; daft; crazy; funny; idiotic; stupid; mad
    • weird bijvoeglijk naamwoord
    • ridiculous bijvoeglijk naamwoord
    • muzzy bijvoeglijk naamwoord
    • foolish bijvoeglijk naamwoord
    • odd bijvoeglijk naamwoord
    • silly bijvoeglijk naamwoord
    • insane bijvoeglijk naamwoord
    • mixed up bijvoeglijk naamwoord
    • daft bijvoeglijk naamwoord
    • crazy bijvoeglijk naamwoord
    • funny bijvoeglijk naamwoord
    • idiotic bijvoeglijk naamwoord
    • stupid bijvoeglijk naamwoord
    • mad bijvoeglijk naamwoord
  3. maf (krankjorum; mesjogge; getikt; )
    loony; potty; crazy; foolish; stark raving mad; stark staring mad; silly; stupid; nuts; stark mad
  4. maf (dwaas; gek; idioot)
    idiot; foolish; silly; daft; potty
    • idiot bijvoeglijk naamwoord
    • foolish bijvoeglijk naamwoord
    • silly bijvoeglijk naamwoord
    • daft bijvoeglijk naamwoord
    • potty bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor maf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daft achterlijke; gek; geschifte; idioot; waanzinnige; zwakzinnige
idiot achterlijke; debiel; dolleman; domkop; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; flapdrol; geesteszieke; gek; geschifte; idioot; imbeciel; kalfskop; krankzinnige; kuiken; mafkees; mafketel; mafkikker; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; onnozole hals; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uil; uilskuiken; waanzinnige; zot; zwakzinnige
loony achterlijke; dolleman; geesteszieke; gek; geschifte; idioot; krankzinnige; waanzinnige; zwakzinnige
mad achterlijke; gek; geschifte; idioot; waanzinnige; zwakzinnige
nuts ballen; kloten; testikels
potty po
stupid druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul
- gek
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crazy achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot bizar; geestelijk gestoord; geflipt; gek; geschift; getikt; grotesk; hoorndol; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; mesjokke; niet goed snik
daft achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot
foolish achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot dom; dwaas; idioot; onbezonnen; onverstandig; onwijs; stom; suf
funny achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; grappig; humoristisch; humoristische; jolig; kleurig; kluchtig; koddig; komiek; komisch; kwiek; leuk; leuke; leukjes; levendig; lustig; monter; ongemeen; ongewoon; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; raar; schaars; uiig; uitgelaten; uitheems; uitzonderlijk; uniek; vreemd; vreemdsoortig; vrolijk; wakker; welgemoed; zelden; zeldzaam; zonderling; zonnig
idiotic achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot ridicuul
insane achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot geestelijk gestoord; geestesziek; gek; krankzinnig; ridicuul; waanzinnig
loony geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; niet goed snik
mad achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot boos; dol; furieus; geestesziek; gek; hels; krankzinnig; kwaad; laaiend; naarstig; nijdig; razend; tierend; verwoed; waanzinnig; woedend; woest
muzzy dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; vaag; vaag zichtbaar; versuft; wazig
odd achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot afwijkend; anders; anderszins; apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; oneven; ongemeen; ongewoon; raar; schaars; typisch; uitheems; uitzonderlijk; uniek; verschillend; vreemd; vreemdsoortig; zelden; zeldzaam; zonderling
potty dwaas; gek; geschift; getikt; hoorndol; idioot; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; niet goed snik; tureluurs
ridiculous achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend; onzinnig; ridicuul
silly achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot smakeloos; stijlloos
stupid achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot achtergebleven; achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dwaas; geesteloos; hersenloos; idioot; lullig; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos
weird dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd
- gek; getikt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
idiot dwaas; gek; idioot; maf
mixed up dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd door elkaar; dooreen; dooreengegooid; dooreengeworpen; doorelkaargegooid
nuts geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; niet goed snik; tureluurs
stark mad geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge
stark raving mad geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; niet goed snik
stark staring mad geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; niet goed snik

Synoniemen voor "maf":


Antoniemen van "maf":


Verwante definities voor "maf":

  1. waar je om moet lachen1
    • dat is een maf verhaal1
  2. wie erg raar doet, zijn verstand kwijt is1
    • deze leraar is een beetje maf1

Wiktionary: maf

maf
adjective
  1. vreemd, onverwacht, ongebruikelijk, raar

maf vorm van maffen:

maffen werkwoord (maf, maft, mafte, maften, gemaft)

  1. maffen (slapen; meuren; pitten)
    to sleep; to be asleep; to snooze
    • sleep werkwoord (sleeps, slept, sleeping)
    • be asleep werkwoord (is asleep, being asleep)
    • snooze werkwoord (snoozes, snoozed, snoozing)

Conjugations for maffen:

o.t.t.
  1. maf
  2. maft
  3. maft
  4. maffen
  5. maffen
  6. maffen
o.v.t.
  1. mafte
  2. mafte
  3. mafte
  4. maften
  5. maften
  6. maften
v.t.t.
  1. heb gemaft
  2. hebt gemaft
  3. heeft gemaft
  4. hebben gemaft
  5. hebben gemaft
  6. hebben gemaft
v.v.t.
  1. had gemaft
  2. had gemaft
  3. had gemaft
  4. hadden gemaft
  5. hadden gemaft
  6. hadden gemaft
o.t.t.t.
  1. zal maffen
  2. zult maffen
  3. zal maffen
  4. zullen maffen
  5. zullen maffen
  6. zullen maffen
o.v.t.t.
  1. zou maffen
  2. zou maffen
  3. zou maffen
  4. zouden maffen
  5. zouden maffen
  6. zouden maffen
diversen
  1. maf!
  2. maft!
  3. gemaft
  4. maffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor maffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sleep slaap; slaapstand; winterslaap
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
be asleep maffen; meuren; pitten; slapen
sleep maffen; meuren; pitten; slapen
snooze maffen; meuren; pitten; slapen doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen; uitstellen; verborgen aanwezig zijn

Wiktionary: maffen

maffen
verb
  1. to sleep, in a temporary, charitable, or necessary situation

Cross Translation:
FromToVia
maffen sleep; be asleep dormir — Se reposer dans un état inconscient