Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. matrijs:
  2. Wiktionary:
    • matrijs → die


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor matrijs (Nederlands) in het Engels

matrijs:

matrijs [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de matrijs (gietvorm; mal; modelvorm; vorm)
    the mould; the mold; the template; the shape; the die; the model; the matrix
    • mould [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mold [the ~] zelfstandig naamwoord
    • template [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shape [the ~] zelfstandig naamwoord
    • die [the ~] zelfstandig naamwoord
    • model [the ~] zelfstandig naamwoord
    • matrix [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de matrijs (matrix)
    the matrix; the mold
    • matrix [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mold [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor matrijs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
die gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm creperen
matrix gietvorm; mal; matrijs; matrix; modelvorm; vorm drukvorm; matrix; moedervorm; rek; rekbaarheid; veerkracht
model gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm fotomodel; mal; mannequin; maquette; model; modelvorm; monster; proefje; proeve; prototype; sjablone; sjabloon; specimen; staal; staaltje
mold gietvorm; mal; matrijs; matrix; modelvorm; vorm gietmal; moedervorm; vorm
mould gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm compost; meeldauw; molm; pootaarde; teelaarde
shape gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm conditie; figuur; gedaante; gestalte; in vorm zijn; lichaamslijn; lichaamspostuur; postuur; shape; silhouet; verschijning; vorm
template gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm documentsjabloon; mal; modelvorm; sjablone; sjabloon
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
die bezwijken; breken; creperen; doodgaan; heengaan; hongeren; hongerlijden; in de oorlog omkomen; inslapen; kapot gaan; kapotgaan; omkomen; ontslapen; overlijden; sneuvelen; stempel zetten; stempelen; sterven; stuk gaan; vallen; verhongeren; verrekken; verscheiden; versterven; wegvallen; zieltogen
model boetseren; fatsoeneren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen; vormgeven
mould beschimmelen; boetseren; kneden; maken; modelleren; schimmelen; vervaardigen; vorm geven; vormen; vormgeven
shape boetseren; fatsoeneren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen; vormgeven
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
model modelmatig; voorbeeldig
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
die dobbelsteen

Verwante woorden van "matrijs":

  • matrijzen

Wiktionary: matrijs

matrijs
noun
  1. device for cutting into a specified shape