Nederlands

Uitgebreide vertaling voor meegaand (Nederlands) in het Engels

meegaand:

meegaand bijvoeglijk naamwoord

  1. meegaand (inschikkelijk; soepel; gewillig; )
    submissive; compliant; complaisant; tolerant; willing; accommodating; pliable; servient; yielding; obliging; tractable; flexible; simple to operate; ready
  2. meegaand (buigzaam; flexibel; soepel)
    flexible; pliant; yielding; supple
  3. meegaand (gedwee; onderworpen; volgzaam)
    submissive; amenable; docile; humble; malleable; slavishly; pliable; meek

Vertaal Matrix voor meegaand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
submissive onderdanige
yielding aflevering; afstaan; opgave van de strijd; overdracht; overgeven; uitlevering
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accommodating gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
amenable gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk
complaisant gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aanspreekbaar; behulpzaam; beleefd; benaderbaar; bereidwillig; beschaafd; gedienstig; gemanierd; genaakbaar; inschikkelijk; toegankelijk; toeschietelijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed
compliant gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend conform
docile gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam dienstbaar; gedienstig; gehoorzaam; slaafs; tam; volgzaam
flexible buigzaam; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend buigbaar; buigzaam; flexibel; lenig; soepel
humble gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam bescheiden; deemoedig; eenvoudig; knechts; nederig; niet voornaam; onderdanig; onderworpen; ootmoedig; serviel; slaafs; van eenvoudige komaf
malleable gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam kneedbaar; plooibaar; smeedbaar; vormbaar; vouwbaar
meek gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam bescheiden; deemoedig; dienstbaar; gedienstig; lijdzaam; nederig; onderdanig; ootmoedig; slaafs; tam; volgzaam
obliging gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aanspreekbaar; behulpzaam; beleefd; benaderbaar; bereidvaardig; bereidwillig; beschaafd; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; gemanierd; genaakbaar; inschikkelijk; tegemoetkomend; toegankelijk; toeschietelijk; verplichtend; voorkomend; vriendelijke; wellevend; welopgevoed; welwillend; willig
pliable gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam aanspreekbaar; beleefd; benaderbaar; beschaafd; buigbaar; flexibel; gemanierd; genaakbaar; kneedbaar; plooibaar; soepel; toegankelijk; toeschietelijk; voorkomend; vormbaar; vouwbaar; wellevend; welopgevoed
pliant buigzaam; flexibel; meegaand; soepel aanspreekbaar; beleefd; benaderbaar; beschaafd; gemanierd; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed
ready gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend af; afgedaan; afgelopen; bereidvaardig; bereidwillig; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gepleegd; gereed; gewillig; geëindigd; klaar; over; paraat; uit; voltooid; voorbij; welwillend
submissive gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam dienstbaar; gedienstig; gehoorzaam; gelaten; knechts; lankmoedig; lijdzaam; onderdanig; onderdanig aan; onderworpen; serviel; slaafs; volgzaam
supple buigzaam; flexibel; meegaand; soepel buigbaar; flexibel; lenig; soepel
tolerant gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend tolerant; verdraagzaam
tractable gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend dienstbaar; dienstwillig; gehoorzaam; willig
willing gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend bereid; bereidvaardig; bereidwillig; dienstbaar; dienstwillig; gehoorzaam; genegen; gewillig; goedgunstig; welwillend; willig
yielding buigzaam; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slavishly gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
servient gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend dienstbaar; dienstwillig; gehoorzaam; willig
simple to operate gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend gemakkelijk te hanteren; handelbaar; hanteerbaar

Verwante woorden van "meegaand":


Wiktionary: meegaand


Cross Translation:
FromToVia
meegaand accommodating; good-hearted; agreeable; amenable; compliant; conciliatory; yielding accommodant — Qui s’accommoder à tous et à tout.

meegaand vorm van meegaan:

meegaan werkwoord (ga mee, gaat mee, ging mee, gingen mee, meegegaan)

  1. meegaan (vergezellen; begeleiden; chaperonneren; )
    to accompany; to conduct; come along with; to chaperon; to escort; to walk along
    • accompany werkwoord (accompanies, accompanied, accompanying)
    • conduct werkwoord (conducts, conducted, conducting)
    • come along with werkwoord
    • chaperon werkwoord (chaperons, chaperoned, chaperoning)
    • escort werkwoord (escorts, escorted, escorting)
    • walk along werkwoord (walks along, walked along, walking along)

Conjugations for meegaan:

o.t.t.
  1. ga mee
  2. gaat mee
  3. gaat mee
  4. gaan mee
  5. gaan mee
  6. gaan mee
o.v.t.
  1. ging mee
  2. ging mee
  3. ging mee
  4. gingen mee
  5. gingen mee
  6. gingen mee
v.t.t.
  1. ben meegegaan
  2. bent meegegaan
  3. is meegegaan
  4. zijn meegegaan
  5. zijn meegegaan
  6. zijn meegegaan
v.v.t.
  1. was meegegaan
  2. was meegegaan
  3. was meegegaan
  4. waren meegegaan
  5. waren meegegaan
  6. waren meegegaan
o.t.t.t.
  1. zal meegaan
  2. zult meegaan
  3. zal meegaan
  4. zullen meegaan
  5. zullen meegaan
  6. zullen meegaan
o.v.t.t.
  1. zou meegaan
  2. zou meegaan
  3. zou meegaan
  4. zouden meegaan
  5. zouden meegaan
  6. zouden meegaan
diversen
  1. ga mee!
  2. gaat mee!
  3. meegegaan
  4. meegaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor meegaan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conduct gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden
escort begeleiding; escorte; geleide; konvooischip; stoet; vergezellen; volgstoet
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accompany begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen afvoeren; begeleiden; meedragen; wegbrengen; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren
chaperon begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen
come along with begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen
conduct begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen dirigeren; orkest dirigeren
escort begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen
walk along begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen begeleiden; wegbrengen

Verwante definities voor "meegaan":

  1. je met die andere(n) verplaatsen of voortbewegen1
    • de tolk gaat mee naar de dokter1

Wiktionary: meegaan

meegaan
verb
  1. op hetzelfde moment dezelfde richting uitgaan
meegaan
verb
  1. to match or equal the amount of poker chips in the pot as the player that bet
  2. to yield in opinion