Nederlands

Uitgebreide vertaling voor meppen (Nederlands) in het Engels

meppen:

meppen werkwoord (mep, mept, mepte, mepten, gemept)

  1. meppen (hard slaan; slaan; hengsten; timmeren)
    to slap; to hammer; to hit; to smack; to bang
    • slap werkwoord (slaps, slapped, slapping)
    • hammer werkwoord (hammers, hammered, hammering)
    • hit werkwoord (hits, hit, hitting)
    • smack werkwoord (smacks, smacked, smacking)
    • bang werkwoord (bangs, banged, banging)

Conjugations for meppen:

o.t.t.
  1. mep
  2. mept
  3. mept
  4. meppen
  5. meppen
  6. meppen
o.v.t.
  1. mepte
  2. mepte
  3. mepte
  4. mepten
  5. mepten
  6. mepten
v.t.t.
  1. heb gemept
  2. hebt gemept
  3. heeft gemept
  4. hebben gemept
  5. hebben gemept
  6. hebben gemept
v.v.t.
  1. had gemept
  2. had gemept
  3. had gemept
  4. hadden gemept
  5. hadden gemept
  6. hadden gemept
o.t.t.t.
  1. zal meppen
  2. zult meppen
  3. zal meppen
  4. zullen meppen
  5. zullen meppen
  6. zullen meppen
o.v.t.t.
  1. zou meppen
  2. zou meppen
  3. zou meppen
  4. zouden meppen
  5. zouden meppen
  6. zouden meppen
en verder
  1. ben gemept
  2. bent gemept
  3. is gemept
  4. zijn gemept
  5. zijn gemept
  6. zijn gemept
diversen
  1. mep!
  2. mept!
  3. gemept
  4. meppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor meppen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bang bam; dreun; explosie; haardracht; harde slag; klap; knal; kwak; ontlading; ontploffing; plof; plotselinge uitbarsting; pony; smak
hammer hamer; hamerwerpen; kogelslingeren; slaghamer
hit aanrijding; bestseller; botsing; collisie; doelpunt; goal; hit; kasstuk; klapper; kraker; raakschot; schlager; schot in de roos; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
slap dreun; handslag; harde slag; jens; klap; klop; knal; lel; mep; opstopper; pets; peut; stoot; tik; toegebrachte klap
smack dreun; handslag; jens; klap; klapzoen; klop; knal; kwak; lel; mep; opstopper; pakkerd; peut; smak; stoot; tik; toegebrachte klap
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bang hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren bonken; een klap geven; hameren; kloppen met een hamer; knallen; rammen; slaan
hammer hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren bonken; een klap geven; hameren; klinken; kloppen met een hamer; rammen; slaan; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
hit hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren beroeren; een klap geven; ontroeren; raken; slaan; treffen
slap hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren
smack hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren een klap geven; slaan; smakken; smakkend eten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bang boem
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hit aangeschoten; geslagen; getroffen

Verwante woorden van "meppen":


Wiktionary: meppen

meppen
verb
  1. hard slaan
meppen
verb
  1. to give a slap

Cross Translation:
FromToVia
meppen applaud; bang; beat; break; clap; coin; cream; fan; fly; hammer; hit; palpitate; pound; retreat; scour; scuffle; slam; strike; thrash; thresh; throb; wallop; shuffle; whip; whisk battrefrapper de coups répétés.
meppen hit; catch; run across; strike; swat; attain; encounter; find; score; run up against; knock; smack; stub; beat; wallop frapper — A TRIER
meppen crash into; crash; hit; shock; appal; horrify; knock; strike; smack; stub; beat; wallop heurterentrer brusquement en contact.

mep:

mep [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de mep (oplawaai; opdonder; muilpeer; )
    the punch; the clout
    – (boxing) a blow with the fist 1
    • punch [the ~] zelfstandig naamwoord
      • He landed a hard punch to the gut.2
    • clout [the ~] zelfstandig naamwoord
      • I gave him a clout on his nose1
    the nudge
    – a slight push or shake 1
    • nudge [the ~] zelfstandig naamwoord
    the whopper
    • whopper [the ~] zelfstandig naamwoord
    the wallop
    – a severe blow 1
    • wallop [the ~] zelfstandig naamwoord
    the blow
    – a powerful stroke with the fist or a weapon 1
    • blow [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a blow on the head1
    the jab
    – a quick short straight punch 1
    • jab [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de mep (oorvijg; muilpeer; veeg)
    the box on the ear
  3. de mep (toegebrachte klap; klap; tik; lel; klop)
    the knock; the slap; the smack; the blow
    • knock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smack [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blow [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. de mep (toegebrachte klap; jens; klap; )
    the smack; the slap; the blow
    • smack [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blow [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blow dreun; hengst; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot; tik; toegebrachte klap bluts; deuk; duw; duwtje; fiasco; flop; handslag; harde slag; instulping; klap; misrekening; misslag; por; slag; sof; stoot; stootje; tegenvaller; teleurstelling; terugslag; zet
box on the ear mep; muilpeer; oorvijg; veeg oorveeg
clout hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot invloed; klap; kleine spijker met platte kop; kopspijker; opstopper; peut; spijkertje; stoot
jab hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet
knock klap; klop; lel; mep; tik; toegebrachte klap aankloppen
nudge hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot buzzer; duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet
punch hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot dreun; duw; duwtje; handtastelijkheden; harde klap; klap; klappen; opdoffer; opdonder; opdonders; opstopper; peut; pons; por; ram; slag; stoot; stootje; uithaal; vuistslag; vuistslagen; zet
slap dreun; jens; klap; klop; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap handslag; harde slag; klap; opstopper; pets; peut; stoot
smack dreun; jens; klap; klop; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap dreun; handslag; klap; klapzoen; knal; kwak; opstopper; pakkerd; peut; smak; stoot
wallop hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot klap; opstopper; peut; stoot
whopper hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot bonk; bonkend geluid; gevaarte; groot exemplaar; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blow 'm piepen; 'm smeren; aanblazen; aanwakkeren; afzuigen; blazen; doen opvlammen; fellatio doen; fladderen; fluiten; hard waaien; hijgen; iets vergallen; pijpen; puffen; stuiven; verknoeien; waaien; wapperen; zuigen
jab een por geven; porren; stoten
knock aankloppen; aantikken; kloppen; tikken
nudge aanstoten; toesteken; toestoten; verschuiven
punch doorponsen; een opdonder verkopen; hengsten; ponsen; rammen; stansen; stompen
slap hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren
smack een klap geven; hard slaan; hengsten; meppen; slaan; smakken; smakkend eten; timmeren
wallop knuppelen; ranselen

Verwante woorden van "mep":


Wiktionary: mep

mep
noun
  1. een klap met de hand of met een mepper
mep
noun
  1. A blow.

Cross Translation:
FromToVia
mep battle; blow; hit; strike; whack; stroke; scuffle; struggle; action; fight; clash; combat; fray bataille — guerre|fr combat général entre deux armées.
mep hit; strike; knock; blow; smack; stroke; whack; move; turn coupimpression que fait un corps sur un autre en le frappant.