Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- meubels:
- meubel:
-
Wiktionary:
- meubel → piece of furniture, furniture
- meubel → piece of furniture
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor meubels (Nederlands) in het Engels
meubels:
-
de meubels (ameublement; meubilair; meubelen; meubilering)
Vertaal Matrix voor meubels:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
furnishing | ameublement; meubelen; meubels; meubilair; meubilering | aankleding; decoratie; inrichten; inrichting; verschaffing; versiering; voorziening; woningdecoratie; woninginrichting |
furniture | ameublement; meubelen; meubels; meubilair; meubilering | inrichten; inrichting; meubel; meubelstuk; woningdecoratie; woninginrichting |
home furnishings | ameublement; meubelen; meubels; meubilair; meubilering | inrichten; inrichting; woningdecoratie; woninginrichting |
Verwante woorden van "meubels":
meubel:
-
het meubel (meubelstuk)
Vertaal Matrix voor meubel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
furnishings | meubel; meubelstuk | |
furniture | meubel; meubelstuk | ameublement; inrichten; inrichting; meubelen; meubels; meubilair; meubilering; woningdecoratie; woninginrichting |
piece of furniture | meubel; meubelstuk |
Verwante woorden van "meubel":
Verwante definities voor "meubel":
Wiktionary: meubel
meubel
Cross Translation:
noun
meubel
-
een voorwerp dat behoort tot de inrichting van een kamer, zoals een bank, stoel, tafel, kast, bed et cetera
- meubel → piece of furniture
noun
-
an item, or items, (usually) in a room
-
item of furniture.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• meubel | → piece of furniture | ↔ meuble — Objet qui garnit, orne, une pièce |