Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nadrukkelijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nadrukkelijk (Nederlands) in het Engels

nadrukkelijk:

nadrukkelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. nadrukkelijk (uitdrukkelijk; met nadruk; met klem; klemmend)
    explicit; emphatic; with emphasis
  2. nadrukkelijk (krachtig)
    emphatic; pointed

Vertaal Matrix voor nadrukkelijk:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emphatic klemmend; krachtig; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk nadrukkelijke
explicit klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk cru; expliciet; frappant; geprononceerd; in het oog lopend; in het oog springend; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; rechttoe rechtaan; saillant; treffend; uitgesproken
pointed krachtig; nadrukkelijk messcherp; puntig; scherp; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
with emphasis klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk

Verwante woorden van "nadrukkelijk":

  • nadrukkelijkheid, nadrukkelijker, nadrukkelijkere, nadrukkelijkst, nadrukkelijkste, nadrukkelijke

Wiktionary: nadrukkelijk

nadrukkelijk
adverb
  1. in an emphatic manner
adjective
  1. stated with conviction
  2. characterized by emphasis

Cross Translation:
FromToVia
nadrukkelijk energic energischnachdrücklich, mit Entschlossenheit