Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nuchter:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nuchter (Nederlands) in het Engels

nuchter:

nuchter bijvoeglijk naamwoord

  1. nuchter (niet beschonken)
    sober
    • sober bijvoeglijk naamwoord
  2. nuchter (zakelijk; koel)
    businesslike; cool

Vertaal Matrix voor nuchter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cool afkoeling; afstandelijkheid; beheersing; controle; frisheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude; verkoeling; zelfbeheersing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cool afkoelen; bekoelen; koel worden; koelen; verkillen; verkoelen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
businesslike koel; nuchter; zakelijk
cool koel; nuchter; zakelijk afstandelijk; bedaard; flegmatisch; fris; frisjes; gaaf; gelijkmoedig; kalm; koel; koud; luchtig; mieters; onderkoeld; rustig; schitterend; stressbestendig; tof
sober niet beschonken; nuchter dunnetjes; eenvoudig; ingetogen; magertjes; matig; schraal; schraaltjes; sober; sobertjes; stemmig

Verwante woorden van "nuchter":


Antoniemen van "nuchter":


Verwante definities voor "nuchter":

  1. praktisch en zakelijk1
    • hij maakte een nuchtere opmerking1
  2. zonder alcohol gedronken te hebben1
    • als je wilt autorijden moet je nuchter blijven1
  3. zonder iets gegeten of gedronken te hebben1
    • deze medicijnen neem je in op je nuchtere maag1

Wiktionary: nuchter

nuchter
adjective
  1. niet onder de invloed van iets bedwelmends, vooral alcohol
nuchter
adjective
  1. not influenced by emotions
  2. not drunk
  3. not given to excessive drinking of alcohol

Verwante vertalingen van nuchter