Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ombinden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ombinden (Nederlands) in het Engels

ombinden:

ombinden werkwoord (bind om, bindt om, bond om, bonden om, omgebonden)

  1. ombinden (om het lijf binden; omwinden)
    to tie on; to bind round
    • tie on werkwoord (ties on, tied on, tying on)
    • bind round werkwoord (binds round, binding round)

Conjugations for ombinden:

o.t.t.
  1. bind om
  2. bindt om
  3. bindt om
  4. binden om
  5. binden om
  6. binden om
o.v.t.
  1. bond om
  2. bond om
  3. bond om
  4. bonden om
  5. bonden om
  6. bonden om
v.t.t.
  1. heb omgebonden
  2. hebt omgebonden
  3. heeft omgebonden
  4. hebben omgebonden
  5. hebben omgebonden
  6. hebben omgebonden
v.v.t.
  1. had omgebonden
  2. had omgebonden
  3. had omgebonden
  4. hadden omgebonden
  5. hadden omgebonden
  6. hadden omgebonden
o.t.t.t.
  1. zal ombinden
  2. zult ombinden
  3. zal ombinden
  4. zullen ombinden
  5. zullen ombinden
  6. zullen ombinden
o.v.t.t.
  1. zou ombinden
  2. zou ombinden
  3. zou ombinden
  4. zouden ombinden
  5. zouden ombinden
  6. zouden ombinden
diversen
  1. bind om!
  2. bindt om!
  3. omgebonden
  4. ombindend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ombinden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bind round om het lijf binden; ombinden; omwinden
tie on om het lijf binden; ombinden; omwinden aan elkaar binden; aan elkaar knopen; knopen; onderbinden; strikken; vastknopen