Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. omhaal:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omhaal (Nederlands) in het Engels

omhaal:

omhaal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de omhaal (gedoe; drukte)
    the hustle; the hustle and bustle; the bustle
  2. de omhaal (plechtigheid; ceremonie; plichtpleging)
    the ceremony; the rite
    • ceremony [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rite [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor omhaal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bustle drukte; gedoe; omhaal activiteit; arbeid; bedrijvigheid; bezigheid; drukte; gebrom; gemurmel; geroezemoes; heisa; krakeel; werkzaamheid
ceremony ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging beleefdheidsbetuiging; ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; optocht; opvoering; parade; plechtige optocht; plichtpleging; show; staatsie; stoet; vertoning; viering; voorstelling
hustle drukte; gedoe; omhaal
hustle and bustle drukte; gedoe; omhaal
rite ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging ritus
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bustle roezemoezen
hustle hoereren; jachten; jakkeren; reppen; spoeden; tippelen

Verwante woorden van "omhaal":


Verwante vertalingen van omhaal