Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. onedel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onedel (Nederlands) in het Engels

onedel:

onedel bijvoeglijk naamwoord

  1. onedel (laaghartig; laag; laag-bij-de-grond; gemeen)
    mean; vile; pedestrian

Vertaal Matrix voor onedel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pedestrian voetganger; voetreiziger
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mean bedoelen; beduiden; beogen; betekenen; ergens iets mee willen zeggen; inhouden; neerkomen op; ten doel hebben
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mean gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel achterbaks; banaal; bedriegelijk; doortrapt; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; in het geniep; laag; leep; listig; min; nagemaakt; onecht; onwaar; ploertig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vals; verachtelijk; vuig
pedestrian gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel
vile gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; in het geniep; laaghartigste; laagste; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt

Verwante woorden van "onedel":

  • onedeler, onedelere, onedele