Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. onpassend:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onpassend (Nederlands) in het Engels

onpassend:

onpassend bijvoeglijk naamwoord

  1. onpassend (onbehoorlijk; onfatsoenlijk; ongehoord; onwelgevoegelijk)
    improper; indecent; unfeeling; indelicate

Vertaal Matrix voor onpassend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
improper onbehoorlijk; onfatsoenlijk; ongehoord; onpassend; onwelgevoegelijk onbehoorlijk; onbetamelijk; oneerbaar; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onkies; onoorbaar; ontoelaatbaar; onvertogen; onwelgevoeglijk; onwelvoegelijk; verkeerd
indecent onbehoorlijk; onfatsoenlijk; ongehoord; onpassend; onwelgevoegelijk aanstootgevend; aanstotelijk; achterbaks; amoreel; boers; geniepig; gluiperig; hufterig; immoreel; in het geniep; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; onbetamelijk; oneerbaar; onfatsoenlijk; ongehoord; ongemanierd; ongepast; onhoffelijk; ontaard; onwelvoegelijk; onwelvoeglijk; onzedelijk; onzedig; snood; stiekem; zedeloos
indelicate onbehoorlijk; onfatsoenlijk; ongehoord; onpassend; onwelgevoegelijk indiscreet; onbescheiden; onkies; ontactisch; tactloos
unfeeling onbehoorlijk; onfatsoenlijk; ongehoord; onpassend; onwelgevoegelijk emotieloos; geen pijn voelend; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; niet-voelend; ongevoelig; zielloos

Wiktionary: onpassend

onpassend
adjective
  1. not matching
  2. architecture: grotesque, incongruous