Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. opdagen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opdagen (Nederlands) in het Engels

opdagen:

opdagen werkwoord (daag op, daagt op, daagde op, daagden op, opgedaagd)

  1. opdagen (opkomen; verschijnen; opduiken)
    to arise; to occur; to show up; to attend; to witness; to observe; to be present at
    • arise werkwoord (arises, arised, arising)
    • occur werkwoord (occurs, occured, occuring)
    • show up werkwoord (shows up, showed up, showing up)
    • attend werkwoord (attends, attended, attending)
    • witness werkwoord (witnesss, witnessed, witnessing)
    • observe werkwoord (observes, observed, observing)
    • be present at werkwoord (is present at, being present at)

Conjugations for opdagen:

o.t.t.
  1. daag op
  2. daagt op
  3. daagt op
  4. dagen op
  5. dagen op
  6. dagen op
o.v.t.
  1. daagde op
  2. daagde op
  3. daagde op
  4. daagden op
  5. daagden op
  6. daagden op
v.t.t.
  1. ben opgedaagd
  2. bent opgedaagd
  3. is opgedaagd
  4. zijn opgedaagd
  5. zijn opgedaagd
  6. zijn opgedaagd
v.v.t.
  1. was opgedaagd
  2. was opgedaagd
  3. was opgedaagd
  4. waren opgedaagd
  5. waren opgedaagd
  6. waren opgedaagd
o.t.t.t.
  1. zal opdagen
  2. zult opdagen
  3. zal opdagen
  4. zullen opdagen
  5. zullen opdagen
  6. zullen opdagen
o.v.t.t.
  1. zou opdagen
  2. zou opdagen
  3. zou opdagen
  4. zouden opdagen
  5. zouden opdagen
  6. zouden opdagen
diversen
  1. daag op!
  2. daagt op!
  3. opgedaagd
  4. opdagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opdagen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
observe aanschouwen; observeren; zien
witness getuige; getuige voor de rechtbank; kroongetuige; omstander; toeschouwer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arise opdagen; opduiken; opkomen; verschijnen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gaan staan; gebeuren; gedijen; geschieden; groeien; groter worden; omhooggaan; omhoogrijzen; ontspinnen; oprijzen; opstaan; opzetten; plaats hebben; plaats vinden; rijzen; stijgen; toenemen; vermeerderen
attend opdagen; opduiken; opkomen; verschijnen aandachtig luisteren; aanwezig zijn; assisteren; bekijken; bijspringen; bijstaan; bijwonen; gadeslaan; gewaarworden; helpen; horen; merken; observeren; ondersteunen; opletten; seconderen; signaleren; toeluisteren; voelen; waarnemen; weldoen; zien
be present at opdagen; opduiken; opkomen; verschijnen aanwezig zijn; bijwonen
observe opdagen; opduiken; opkomen; verschijnen aankijken; bekijken; bemerken; bespeuren; gadeslaan; gewaarworden; horen; in de gaten houden; in het oog houden; kijken; merken; observeren; ontwaren; opletten; opmerken; signaleren; toekijken; toeschouwen; toezien; voelen; waarnemen; zien
occur opdagen; opduiken; opkomen; verschijnen gebeuren; geschieden; ontspinnen; passeren; plaats hebben; plaats vinden; plaatsvinden; voordoen; voorkomen; voorvallen; zich voordoen
show up opdagen; opduiken; opkomen; verschijnen
witness opdagen; opduiken; opkomen; verschijnen aanwezig zijn; bekijken; bijwonen; gadeslaan; getuigen van; gewaarworden; horen; laten blijken; laten zien; meemaken; merken; observeren; signaleren; voelen; waarnemen; zien

Wiktionary: opdagen

opdagen
verb
  1. to attend; show up

Cross Translation:
FromToVia
opdagen act; perform paraîtreexposer à la vue, se faire ou se laisser voir, se manifester.
opdagen emerge; get up; rise; stand; stand up; appear; perform; materialize; come into sight surgir — Traductions à trier suivant le sens