Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. oppotten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oppotten (Nederlands) in het Engels

oppotten:

oppotten werkwoord (pot op, potte op, potten op, opgepot)

  1. oppotten (hamsteren; potten; opzij leggen)
    to pot
    • pot werkwoord (pots, potted, potting)
    to hoard
    – get or gather together 1
    • hoard werkwoord (hoards, hoarded, hoarding)
    to store
    – keep or lay aside for future use 1
    • store werkwoord (stores, stored, storing)
      • store grain for the winter1
      • The bear stores fat for the period of hibernation when he doesn't eat1
  2. oppotten (bijeenzamelen; verzamelen; vergaren; sparen; opeenhopen)
    to collect; gather together; to glean; to save; horde; to pick up
    • collect werkwoord (collects, collected, collecting)
    • gather together werkwoord
    • glean werkwoord (gleans, gleaned, gleaning)
    • save werkwoord (saves, saved, saving)
    • horde werkwoord
    • pick up werkwoord (picks up, picked up, picking up)

Conjugations for oppotten:

o.t.t.
  1. pot op
  2. pot op
  3. pot op
  4. potten op
  5. potten op
  6. potten op
o.v.t.
  1. potte op
  2. potte op
  3. potte op
  4. potten op
  5. potten op
  6. potten op
v.t.t.
  1. heb opgepot
  2. hebt opgepot
  3. heeft opgepot
  4. hebben opgepot
  5. hebben opgepot
  6. hebben opgepot
v.v.t.
  1. had opgepot
  2. had opgepot
  3. had opgepot
  4. hadden opgepot
  5. hadden opgepot
  6. hadden opgepot
o.t.t.t.
  1. zal oppotten
  2. zult oppotten
  3. zal oppotten
  4. zullen oppotten
  5. zullen oppotten
  6. zullen oppotten
o.v.t.t.
  1. zou oppotten
  2. zou oppotten
  3. zou oppotten
  4. zouden oppotten
  5. zouden oppotten
  6. zouden oppotten
diversen
  1. pot op!
  2. pot op!
  3. opgepot
  4. oppottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor oppotten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
horde drom; horde; kudde; massa; meute; schaar; schare; troep
pot ganja; hennep; kookpot; lesbienne; marihuana; pot; stuff; weed; wied; wiet
store archief; bergplaats; depot; geweermagazijn; ligopslagplaats; magazijn; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekast; voorraadschuur; warenhuis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
collect bijeenzamelen; opeenhopen; oppotten; sparen; vergaren; verzamelen aannemen; aanvaarden; accepteren; afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; bijeenzoeken; iets ophalen; in ontvangst nemen; inwinnen; inzamelen; kennis opdoen; leren; meekrijgen; meenemen; meepikken; ontvangen; oogsten; ophalen; oppakken; oppikken; oprapen; opsnappen; opsteken; plukken; trachten te krijgen; verenigen; vergaren; verzamelen; weghalen; wegnemen
gather together bijeenzamelen; opeenhopen; oppotten; sparen; vergaren; verzamelen
glean bijeenzamelen; opeenhopen; oppotten; sparen; vergaren; verzamelen oogsten; oppakken; oppikken; oprapen; opsnappen; plukken; verzamelen
hoard hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
horde bijeenzamelen; opeenhopen; oppotten; sparen; vergaren; verzamelen
pick up bijeenzamelen; opeenhopen; oppotten; sparen; vergaren; verzamelen aanhouden; aanleren; absorberen; afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; arresteren; eigen maken; gevangennemen; incorporeren; inlijven; inrekenen; leren; meenemen; opduikelen; ophalen; opnemen; opnemen in groter geheel; oppakken; oppikken; oprapen; opscharrelen; opsnappen; opsnorren; opsteken; verwerven; weghalen; wegnemen
pot hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
save bijeenzamelen; opeenhopen; oppotten; sparen; vergaren; verzamelen behoeden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; besparen; bewaren; bezuinigen; conserveren; geld besparen; in acht nemen; instandhouden; korten; matigen; minder gebruiken; ontzien; op bankrekening zetten; opslaan; opzij leggen; redden; sparen; verschonen; wegzetten
store hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten archiveren; bewaren; deponeren; opbergen; opslaan; opzij leggen; stallen; wegbergen; wegsluiten; wegzetten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
save behalve; behoudens; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd