Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. paraatheid:
  2. paraat:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor paraatheid (Nederlands) in het Engels

paraatheid:

paraatheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de paraatheid (gereedheid)
    the preparedness; the willingness; the readiness

Vertaal Matrix voor paraatheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
preparedness gereedheid; paraatheid
readiness gereedheid; paraatheid bereidheid; bereidwilligheid
willingness gereedheid; paraatheid behulpzaamheid; bereidheid; bereidwilligheid; dienstwilligheid; gewilligheid; goedwillendheid; goedwilligheid; hulpvaardigheid; welwillendheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
readiness bereidvaardig; bereidwillig; welwillend

Verwante woorden van "paraatheid":


Wiktionary: paraatheid

paraatheid
noun
  1. state of alertness in the standing position
  2. state of being prepared

paraat:

paraat bijvoeglijk naamwoord

  1. paraat (gereed; klaar)
    prepared; ready; ready for use
  2. paraat (waakzaam; voorzichtig; alert; )
    cautious; attentive; vigilant; alert; watchful

Vertaal Matrix voor paraat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alert alert; melding; waarschuwing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alert waarschuwen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alert alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend ad rem; alert; bewust; bij bewustzijn; oplettend; slagvaardig; uitgeslapen; wakker
attentive alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend aandachtig; behulpzaam; belangstellend; bereidwillig; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; gedienstig; geestig; geïnteresseerd; inschikkelijk; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; oplettend; opmerkzaam; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
cautious alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig; voorzichtig; zorgvuldig
prepared gereed; klaar; paraat af; afgedaan; afgelopen; bedacht; gereed; gewapend; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbereid; voorbij
ready gereed; klaar; paraat af; afgedaan; afgelopen; bereidvaardig; bereidwillig; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gedwee; gepleegd; gereed; gewillig; geëindigd; inschikkelijk; klaar; meegaand; over; soepel; toegeeflijk; toegevend; uit; voltooid; voorbij; welwillend
vigilant alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
watchful alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ready for use gereed; klaar; paraat af; afgedaan; afgelopen; gebruiksklaar; gereed; geëindigd; klaar; operationeel; over; uit; voltooid; voorbij

Verwante woorden van "paraat":