Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. pimpelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pimpelen (Nederlands) in het Engels

pimpelen:

pimpelen werkwoord (pimpel, pimpelt, pimpelde, pimpelden, gepimpeld)

  1. pimpelen
    to booze
    • booze werkwoord (boozes, boozed, boozing)

Conjugations for pimpelen:

o.t.t.
  1. pimpel
  2. pimpelt
  3. pimpelt
  4. pimpelen
  5. pimpelen
  6. pimpelen
o.v.t.
  1. pimpelde
  2. pimpelde
  3. pimpelde
  4. pimpelden
  5. pimpelden
  6. pimpelden
v.t.t.
  1. heb gepimpeld
  2. hebt gepimpeld
  3. heeft gepimpeld
  4. hebben gepimpeld
  5. hebben gepimpeld
  6. hebben gepimpeld
v.v.t.
  1. had gepimpeld
  2. had gepimpeld
  3. had gepimpeld
  4. hadden gepimpeld
  5. hadden gepimpeld
  6. hadden gepimpeld
o.t.t.t.
  1. zal pimpelen
  2. zult pimpelen
  3. zal pimpelen
  4. zullen pimpelen
  5. zullen pimpelen
  6. zullen pimpelen
o.v.t.t.
  1. zou pimpelen
  2. zou pimpelen
  3. zou pimpelen
  4. zouden pimpelen
  5. zouden pimpelen
  6. zouden pimpelen
diversen
  1. pimpel!
  2. pimpelt!
  3. gepimpeld
  4. pimpelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor pimpelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
booze alcohol; alcoholica; drank; gedistilleerd; opkikkertjes; spiritualiën; sterke drank
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
booze pimpelen borrelen; drinken; zuipen

Wiktionary: pimpelen


Cross Translation:
FromToVia
pimpelen booze; tope; tipple pokulierenintransitiv, veraltet: bechern, zechen