Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. proberen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor proberen (Nederlands) in het Engels

proberen:

proberen werkwoord (probeer, probeert, probeerde, probeerden, geprobeerd)

  1. proberen (pogen; trachten)
    to try; to attempt; to endeavour; to strive
    • try werkwoord (tries, tried, trying)
    • attempt werkwoord (attempts, attempted, attempting)
    • endeavour werkwoord, Brits (endeavours, endeavoured, endeavouring)
    • strive werkwoord (strives, strived, striving)
    endeavor
    – attempt by employing effort 1
    • endeavor werkwoord, Amerikaans
      • we endeavor to make our customers happy1
  2. proberen (betrachten)
    to try
    • try werkwoord (tries, tried, trying)
  3. proberen (uitproberen; beproeven)
    to try; to endeavour; to try out; to attempt; to strive; to examine; to test; to check; to pretest
    • try werkwoord (tries, tried, trying)
    • endeavour werkwoord, Brits (endeavours, endeavoured, endeavouring)
    • try out werkwoord (tries out, tried out, trying out)
    • attempt werkwoord (attempts, attempted, attempting)
    • strive werkwoord (strives, strived, striving)
    • examine werkwoord (examines, examined, examining)
    • test werkwoord (tests, tested, testing)
    • check werkwoord (checks, checked, checking)
    • pretest werkwoord (pretests, pretested, pretesting)
    endeavor
    – attempt by employing effort 1
    • endeavor werkwoord, Amerikaans
      • we endeavor to make our customers happy1
  4. proberen (proeven; keuren)
    to taste; to try; to sample; to test
    • taste werkwoord (tastes, tasted, tasting)
    • try werkwoord (tries, tried, trying)
    • sample werkwoord (samples, sampled, sampling)
    • test werkwoord (tests, tested, testing)
  5. proberen (aanproberen; passen)
    to fit; to try on; to try
    • fit werkwoord (fits, fitted, fitting)
    • try on werkwoord (tries on, tried on, trying on)
    • try werkwoord (tries, tried, trying)

Conjugations for proberen:

o.t.t.
  1. probeer
  2. probeert
  3. probeert
  4. proberen
  5. proberen
  6. proberen
o.v.t.
  1. probeerde
  2. probeerde
  3. probeerde
  4. probeerden
  5. probeerden
  6. probeerden
v.t.t.
  1. heb geprobeerd
  2. hebt geprobeerd
  3. heeft geprobeerd
  4. hebben geprobeerd
  5. hebben geprobeerd
  6. hebben geprobeerd
v.v.t.
  1. had geprobeerd
  2. had geprobeerd
  3. had geprobeerd
  4. hadden geprobeerd
  5. hadden geprobeerd
  6. hadden geprobeerd
o.t.t.t.
  1. zal proberen
  2. zult proberen
  3. zal proberen
  4. zullen proberen
  5. zullen proberen
  6. zullen proberen
o.v.t.t.
  1. zou proberen
  2. zou proberen
  3. zou proberen
  4. zouden proberen
  5. zouden proberen
  6. zouden proberen
diversen
  1. probeer!
  2. probeert!
  3. geprobeerd
  4. proberend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

proberen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. proberen (trachten)
    the trying; the attempting

Vertaal Matrix voor proberen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attempt inspanning; poging
attempting proberen; trachten
check cheque; controleren; schaak
fit convulsie; driftbui; fit; kramp; pasvorm; samentrekking; stuip; stuiptrekking; woedeaanval
sample model; monster; proefje; proeve; sample; specimen; staal; staaltje; voorbeeld
taste keuze; smaak; smaakje; smaakwaarneming; voorkeur; voorliefde; voorproefje
test beproeving; bezoeking; chemische verbinding; computertoets; ergernis; grief; kwelling; maatstaf; nood; probeersel; proef; proefwerk; reagens; repetitie; temptatie; test; toets; toetssteen
try inspanning; poging; probeersel
try out eerste voorstelling; première
trying proberen; trachten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attempt beproeven; pogen; proberen; trachten; uitproberen
check beproeven; proberen; uitproberen aankruisen; beheersen; bekijken; beproeven; beteugelen; bezichtigen; checken; controleren; examineren; hertellen; iets opzoeken; inspecteren; intomen; keuren; merken; nagaan; nakijken; narekenen; natellen; natrekken; nazoeken; onderzoeken; overhoren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; verifiëren
endeavor beproeven; pogen; proberen; trachten; uitproberen
endeavour beproeven; pogen; proberen; trachten; uitproberen
examine beproeven; proberen; uitproberen aanschouwen; aanvragen; aanzoeken; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; examen afnemen; examineren; fouilleren; inspecteren; keuren; nagaan; nakijken; onderzoeken; overhoren; schouwen; testen; toetsen; uitnodigen; uitproberen; uittesten; verzoeken; visiteren; vragen
fit aanproberen; passen; proberen aanbrengen; aankunnen; aanleggen; aanpassen; bijpassen; installeren; kloppen met; monteren en aansluiten; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; passen; plaatsen; stroken; stroken met
pretest beproeven; proberen; uitproberen aanvragen; aanzoeken; testen; toetsen; uitnodigen; uitproberen; uittesten; verzoeken; vragen
sample keuren; proberen; proeven keuren; monsteren; monsters nemen
strive beproeven; pogen; proberen; trachten; uitproberen bedoelen; beogen; ten doel hebben
taste keuren; proberen; proeven proeven; smaken
test beproeven; keuren; proberen; proeven; uitproberen aanvragen; aanzoeken; beproeven; examen afnemen; examineren; keuren; onderzoeken; op de proef stellen; overhoren; testen; toetsen; uitnodigen; uitproberen; uittesten; verzoeken; vragen
try aanproberen; beproeven; betrachten; keuren; passen; pogen; proberen; proeven; trachten; uitproberen aanvragen; aanzoeken; beproeven; berechten; keuren; onderzoeken; op de proef stellen; proeven; smaken; testen; toetsen; uitnodigen; uitproberen; uittesten; vervolgen; verzoeken; vragen
try on aanproberen; passen; proberen aanpassen; op proef aantrekken; passen
try out beproeven; proberen; uitproberen aanvragen; aanzoeken; testen; toetsen; uitnodigen; uitproberen; uittesten; verzoeken; vragen
- pogen; trachten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fit adequaat; arbeidsgeschikt; bekwaam; blakend; capabel; competent; fit; gepast; geschikt; getraind; gezond; in staat te werken; juist; passend; valide
trying afmattend; kritisch; moeilijk; moemakend; problematisch; uitputtend; vermoeiend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
check ruiten

Synoniemen voor "proberen":


Verwante definities voor "proberen":

  1. er je best voor doen2
    • hij probeerde het touw los te maken2
  2. er een proef mee doen, het testen2
    • wil je deze pen proberen?2

Wiktionary: proberen

proberen
verb
  1. testen
    • proberentry
  2. onderzoeken
    • proberentry
  3. iets met succes trachten te beëindigen waarvan men niet weet of het gaat lukken
    • proberentry
proberen
verb
  1. attempt through application of effort
  2. to try
  3. to attempt
  4. to make an experiment
  5. to work on something
  6. -

Cross Translation:
FromToVia
proberen attempt; test; try; pilot; prove; sample; assay essayer — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van proberen