Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. projectiel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor projectiel (Nederlands) in het Engels

projectiel:

projectiel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de projectiel (bom; granaat)
    the bomb; the projectile; the missile
    • bomb [the ~] zelfstandig naamwoord
    • projectile [the ~] zelfstandig naamwoord
    • missile [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor projectiel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bomb bom; granaat; projectiel bom; explosief; granaat
missile bom; granaat; projectiel raket
projectile bom; granaat; projectiel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bomb bestoken; bombarderen; kanonneren; met kanon beschieten; vanuit de lucht beschieten

Verwante woorden van "projectiel":

  • projectielen, projectieltje, projectieltjes

Wiktionary: projectiel

projectiel
noun
  1. -