Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. proosten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor proosten (Nederlands) in het Engels

proosten:

proosten werkwoord (proost, proostte, proostten, geproost)

  1. proosten
    to toast
    • toast werkwoord (toasts, toasted, toasting)

Conjugations for proosten:

o.t.t.
  1. proost
  2. proost
  3. proost
  4. proosten
  5. proosten
  6. proosten
o.v.t.
  1. proostte
  2. proostte
  3. proostte
  4. proostten
  5. proostten
  6. proostten
v.t.t.
  1. heb geproost
  2. hebt geproost
  3. heeft geproost
  4. hebben geproost
  5. hebben geproost
  6. hebben geproost
v.v.t.
  1. had geproost
  2. had geproost
  3. had geproost
  4. hadden geproost
  5. hadden geproost
  6. hadden geproost
o.t.t.t.
  1. zal proosten
  2. zult proosten
  3. zal proosten
  4. zullen proosten
  5. zullen proosten
  6. zullen proosten
o.v.t.t.
  1. zou proosten
  2. zou proosten
  3. zou proosten
  4. zouden proosten
  5. zouden proosten
  6. zouden proosten
diversen
  1. proost!
  2. proost!
  3. geproost
  4. proostend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

proosten [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het proosten (aanstoten)
    the toasting
    • toasting [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor proosten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toast eer; geroosterd brood; heildronk; hulde; toast; toost; toostbrood; verering
toasting aanstoten; proosten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toast proosten