Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. puntigheid:
  2. puntig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor puntigheid (Nederlands) in het Engels

puntigheid:

puntigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de puntigheid (puntig zijn; scherpte; spitsheid; scherpheid)
    the sharpness

Vertaal Matrix voor puntigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sharpness puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; spitsheid adremheid; bijdehandheid; bijterigheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; in vorm zijn; pinnigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid

Verwante woorden van "puntigheid":


puntigheid vorm van puntig:

puntig bijvoeglijk naamwoord

  1. puntig (spitsvormig; spits; toegespitst; spitsig)
    pointed; sharp
  2. puntig (scherp gepunt)
    keen-edged; jagged; sharp

Vertaal Matrix voor puntig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jagged puntig; scherp gepunt kartelig; zaagvormig
pointed puntig; scherp; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst krachtig; messcherp; nadrukkelijk; scherp
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
keen-edged puntig; scherp gepunt
sharp puntig; scherp; scherp gepunt; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst achterbaks; adrem; bijdehand; bitter; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; giftig; gluiperig; intelligent; kien; kwaad; leep; listig; messcherp; nijdig; op afgebeten toon; pienter; raak; scherp; scherpgerand; schrander; schril; slim; slinks; sluw; snedig; snijdend; snood; snugger; spits; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen; vlijmend; vlijmscherp; woedend; zeer boos

Verwante woorden van "puntig":

  • puntigheid, puntiger, puntigere, puntigst, puntigste, puntige

Wiktionary: puntig

puntig
adjective
  1. spits
puntig
adjective
  1. pointed in shape
  2. pointed, able to pierce easily

Cross Translation:
FromToVia
puntig pointed; sharp; keen pointu — Qui se termine en pointe