Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. purperen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor purperen (Nederlands) in het Engels

purperen:

purperen bijvoeglijk naamwoord

  1. purperen (purper)
    lilac; lavender; purple; violet

Vertaal Matrix voor purperen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lavender lavendel
lilac sering; seringenboom
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lavender purper; purperen lila; paars; pimpelpaars; purper; violet
lilac purper; purperen lila; paars; pimpelpaars; purper; violet
purple purper; purperen lila; paars; pimpelpaars; purper; violet
violet purper; purperen lila; paars; pimpelpaars; purper; violet

Wiktionary: purperen

purperen
adjective
  1. de kleur purper hebbend
purperen
noun
  1. colour
adjective
  1. colour