Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor raad (Nederlands) in het Engels

raad:

raad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de raad (raadgeving; advies)
    the advice; the counsel; the advising; the suggestion
    • advice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • counsel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • advising [the ~] zelfstandig naamwoord
    • suggestion [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de raad (adviesraad)
    the advisory body; the brain trust

Vertaal Matrix voor raad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
advice advies; raad; raadgeving aanbeveling; aanprijzing; recommandatie; referentie
advising advies; raad; raadgeving
advisory body adviesraad; raad
brain trust adviesraad; raad
counsel advies; raad; raadgeving adviseur; advocaat; consulent; jurist; pleitbezorger; pleiter; raadgever; raadsman; verdediger
suggestion advies; raad; raadgeving aanknopingspunt; aanwijzing; indruk; motie; propositie; suggestie; voorstel; voorstel doen
- advies

Verwante woorden van "raad":

  • raadden, raadje, raadjes

Synoniemen voor "raad":


Verwante definities voor "raad":

  1. wat je zegt dat hij het best kan doen1
    • misschien kan je leraar je raad geven1
  2. groep mensen die advies geeft of bestuurt1
    • hij zit in de ondernemingsraad van dit bedrijf1

Wiktionary: raad

raad
noun
  1. aanbeveling hoe om te gaan met een probleem
  2. een lichaam dat bestaat uit leden die raadgevende of beslissende bevoegdheden bezitten
raad
noun
  1. committee that leads or governs
  2. committee
  3. opinion recommended or offered, as worthy to be followed; counsel

Cross Translation:
FromToVia
raad decision conseil — Traductions à trier suivant le sens

raad vorm van raden:

raden werkwoord (raad, raadt, ried, rieden, geraden)

  1. raden (gissing maken; gissen)
    to guess; to suppose; to speculate; to presume; to estimate; to surmise; to conjecture
    • guess werkwoord (guesses, guessed, guessing)
    • suppose werkwoord (supposes, supposed, supposing)
    • speculate werkwoord (speculates, speculated, speculating)
    • presume werkwoord (presumes, presumed, presuming)
    • estimate werkwoord (estimates, estimated, estimating)
    • surmise werkwoord (surmises, surmised, surmising)
    • conjecture werkwoord (conjectures, conjectured, conjecturing)
  2. raden (iets aanraden; adviseren; suggereren; ingeven)
    to advise; to suggest
    • advise werkwoord (advises, advised, advising)
    • suggest werkwoord (suggests, suggested, suggesting)

Conjugations for raden:

o.t.t.
  1. raad
  2. raadt
  3. raadt
  4. raden
  5. raden
  6. raden
o.v.t.
  1. ried
  2. ried
  3. ried
  4. rieden
  5. rieden
  6. rieden
v.t.t.
  1. heb geraden
  2. hebt geraden
  3. heeft geraden
  4. hebben geraden
  5. hebben geraden
  6. hebben geraden
v.v.t.
  1. had geraden
  2. had geraden
  3. had geraden
  4. hadden geraden
  5. hadden geraden
  6. hadden geraden
o.t.t.t.
  1. zal raden
  2. zult raden
  3. zal raden
  4. zullen raden
  5. zullen raden
  6. zullen raden
o.v.t.t.
  1. zou raden
  2. zou raden
  3. zou raden
  4. zouden raden
  5. zouden raden
  6. zouden raden
en verder
  1. ben geraden
  2. bent geraden
  3. is geraden
  4. zijn geraden
  5. zijn geraden
  6. zijn geraden
diversen
  1. raad!
  2. raadt!
  3. geraden
  4. radend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor raden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
advise advisering
estimate becijfering; berekening; calculatie; gissing; inschatting; offerte; prijsopgave; raming; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting
guess gissing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
advise adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren aanbevelen; aanprijzen; aanraden; adviseren; iemand recommanderen; nomineren; raadgeven; recommanderen; van raad dienen; voordragen
conjecture gissen; gissing maken; raden met aandelen spelen; speculeren; theoretiseren
estimate gissen; gissing maken; raden afwegen; begroten; bepalen; beramen; berekenen; inschatten; ramen; schatten; taxeren
guess gissen; gissing maken; raden
presume gissen; gissing maken; raden aannemen; ervan uitgaan; postuleren; uitgaan van; vermoeden; veronderstellen; vooronderstellen
speculate gissen; gissing maken; raden gewaagde zaken doen; gokken; met aandelen spelen; met geld spelen; speculeren; speculeren op; theoretiseren
suggest adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren aanbevelen; aanraden; aanvoeren; adviseren; duiden op; een voorstel doen; iemand recommanderen; naar voren brengen; nomineren; opperen; poneren; recommanderen; suggereren; te berde brengen; toefluisteren; van raad dienen; voordragen; wijzen op
suppose gissen; gissing maken; raden ervan uitgaan; postuleren; vermoeden; vooronderstellen
surmise gissen; gissing maken; raden postuleren; vooronderstellen

Wiktionary: raden

raden
verb
  1. een gissing maken naar iets
raden
verb
  1. (intransitive) to guess
  2. to solve by a correct conjecture
  3. to solve, answer, or explicate a riddle or question
noun
  1. prediction about the outcome of something

Cross Translation:
FromToVia
raden advise; counsel conseiller — Indiquer à quelqu’un ce qu’il doit faire ou ne doit pas faire. (Sens général).
raden guess; conceive; divine; estimate; surmise devinerprédire ce qui doit arriver, découvrir, par des sortilèges, ce qui cacher.

Verwante vertalingen van raad