Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rasp:
  2. raspen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rasp (Nederlands) in het Engels

rasp:

rasp [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de rasp
    the grater; the rasp
    • grater [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rasp [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rasp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grater rasp
rasp rasp
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rasp krassen; reutelen; rochelen; zich krabben

Verwante woorden van "rasp":


Wiktionary: rasp

rasp
noun
  1. A tool with which one grates
  2. tool similar to a rasp

raspen:

raspen werkwoord (rasp, raspt, raspte, raspten, geraspt)

  1. raspen (schaven; schuren)
    to grate; to plane; to smooth
    • grate werkwoord (grates, grated, grating)
    • plane werkwoord (planes, planed, planing)
    • smooth werkwoord (smooths, smoothed, smoothing)

Conjugations for raspen:

o.t.t.
  1. rasp
  2. raspt
  3. raspt
  4. raspen
  5. raspen
  6. raspen
o.v.t.
  1. raspte
  2. raspte
  3. raspte
  4. raspten
  5. raspten
  6. raspten
v.t.t.
  1. heb geraspt
  2. hebt geraspt
  3. heeft geraspt
  4. hebben geraspt
  5. hebben geraspt
  6. hebben geraspt
v.v.t.
  1. had geraspt
  2. had geraspt
  3. had geraspt
  4. hadden geraspt
  5. hadden geraspt
  6. hadden geraspt
o.t.t.t.
  1. zal raspen
  2. zult raspen
  3. zal raspen
  4. zullen raspen
  5. zullen raspen
  6. zullen raspen
o.v.t.t.
  1. zou raspen
  2. zou raspen
  3. zou raspen
  4. zouden raspen
  5. zouden raspen
  6. zouden raspen
en verder
  1. is geraspt
  2. zijn geraspt
diversen
  1. rasp!
  2. raspt!
  3. geraspt
  4. raspend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor raspen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grate raster; rastering; rasterwerk; rooster
plane schaaf; vliegtuig
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grate raspen; schaven; schuren afkrabben; knarsen; krassen; schrapen; schrappen; traliën; zich krabben
plane raspen; schaven; schuren planeren
smooth raspen; schaven; schuren afplatten; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; nivelleren; platmaken; politoeren; vlak maken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smooth effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; obsceen; plat; rimpelloos; schuin; smeuïg; strak; stromend; vies; vlak; vlakuit; vliedend; vloeiend; vlot; vunzig; zedeloos

Verwante woorden van "raspen":


Wiktionary: raspen

raspen
verb
  1. shred