Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rectificeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rectificeren (Nederlands) in het Engels

rectificeren:

rectificeren werkwoord (rectificeer, rectificeert, rectificeerde, rectificeerden, gerectificeerd)

  1. rectificeren (rechtzetten)
    to rectify; to put right; to set right
    • rectify werkwoord (rectifies, rectified, rectifying)
    • put right werkwoord (puts right, put right, putting right)
    • set right werkwoord (sets right, set right, setting right)

Conjugations for rectificeren:

o.t.t.
  1. rectificeer
  2. rectificeert
  3. rectificeert
  4. rectificeren
  5. rectificeren
  6. rectificeren
o.v.t.
  1. rectificeerde
  2. rectificeerde
  3. rectificeerde
  4. rectificeerden
  5. rectificeerden
  6. rectificeerden
v.t.t.
  1. heb gerectificeerd
  2. hebt gerectificeerd
  3. heeft gerectificeerd
  4. hebben gerectificeerd
  5. hebben gerectificeerd
  6. hebben gerectificeerd
v.v.t.
  1. had gerectificeerd
  2. had gerectificeerd
  3. had gerectificeerd
  4. hadden gerectificeerd
  5. hadden gerectificeerd
  6. hadden gerectificeerd
o.t.t.t.
  1. zal rectificeren
  2. zult rectificeren
  3. zal rectificeren
  4. zullen rectificeren
  5. zullen rectificeren
  6. zullen rectificeren
o.v.t.t.
  1. zou rectificeren
  2. zou rectificeren
  3. zou rectificeren
  4. zouden rectificeren
  5. zouden rectificeren
  6. zouden rectificeren
en verder
  1. is gerectificeerd
  2. zijn gerectificeerd
diversen
  1. rectificeer!
  2. rectificeert!
  3. gerectificeerd
  4. rectificerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rectificeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
put right rechtzetten; rectificeren op orde brengen
rectify rechtzetten; rectificeren bijspijkeren; corrigeren; goedmaken; inhalen; rechtstrijken; rechttrekken; rechtzetten; verbeteren
set right rechtzetten; rectificeren corrigeren; goedmaken; rechtstrijken; rechtzetten; verbeteren

Wiktionary: rectificeren

rectificeren
verb
  1. to correct or amend something