Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. schlager:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schlager (Nederlands) in het Engels

schlager:

schlager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schlager (succesnummer; succes; hit; )
    the smasher; the hit; the smash hit; the winner; the smash
    • smasher [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smash hit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • winner [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smash [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schlager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hit hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer aanrijding; bestseller; botsing; collisie; doelpunt; goal; hit; raakschot; schot in de roos; succes; successtuk; treffer
smash hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer aanrijding; beurskrach; botsing; collisie; debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting; krach
smash hit hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
smasher hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
winner hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer doelpunt; goal; overwinnaar; successtuk; treffer; triomfator; winnaar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hit beroeren; een klap geven; hard slaan; hengsten; meppen; ontroeren; raken; slaan; timmeren; treffen
smash aan stukken breken; aan stukken slaan; breken; een klap geven; fijnmaken; in stukken breken; inslaan; kapotbreken; kapotgooien; kapotslaan; platdrukken; slaan; smashen; stukbreken; stukgooien; stukslaan; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hit aangeschoten; geslagen; getroffen

Verwante woorden van "schlager":