Sleutels in het Engels vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

sleutels:
- keys
sleutel:
- spanner; wrench; monkey-wrench; key
Wiktionary:
- sleutel → key, clef, wrench
- sleutel → key, clef

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sleutels (Nederlands) in het Engels

sleutels:

sleutels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de sleutels
the keys
- keys [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sleutels:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
keys	sleutels

Verwante woorden van "sleutels":

sleutel

sleutels vorm van sleutel:

sleutel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de sleutel (tool)
the spanner; the wrench; the monkey-wrench
- spanner [the ~] zelfstandig naamwoord
- wrench [the ~] zelfstandig naamwoord
- monkey-wrench [the ~] zelfstandig naamwoord
de sleutel
the key
– In database management, an identifier for a record or group of records in a datafile. ¹
- key [the ~] zelfstandig naamwoord
de sleutel
the key
– In encryption, authentication, and digital signatures, a value used in combination with an algorithm to encrypt or decrypt information. ¹
- key [the ~] zelfstandig naamwoord
de sleutel
the key
– A piece of data that is required to unlock a packaged Windows Media file. This key is included in a separate license. ¹
- key [the ~] zelfstandig naamwoord
de sleutel
the key
– In Registry Editor, a folder that appears in the left pane of the Registry Editor window. A key can contain subkeys and entries. For example, Environment is a key of <b>HKEY_CURRENT_USER</b>. ¹
- key [the ~] zelfstandig naamwoord
de sleutel
the key
– In IP security (IPSec), a value used in combination with an algorithm to encrypt or decrypt data. Key settings for IPSec are configurable to provide greater security. ¹
- key [the ~] zelfstandig naamwoord
de sleutel
the key
– A column or group of columns that uniquely identifies a row (primary key), defines the relationship between two tables (foreign key), or is used to build an index. ¹
- key [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sleutel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
key	sleutel	keg; keil; toets; tonaliteit; toonaard; toonsoort; wig
monkey-wrench	sleutel; tool
spanner	sleutel; tool
wrench	sleutel; tool
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wrench		ontwrichten; uitwringen; verstuiken; verzwikken; wriggelen; wrikken; wringen; zich wringen; zwikken

Verwante woorden van "sleutel":

sleutelen, sleutels, sleuteltje, sleuteltjes

Verwante definities voor "sleutel":

gereedschap waarmee je moeren losdraait²
- heb je geen grotere sleutel voor deze moer?²
metalen voorwerp waarmee je een slot opent of sluit²
- hij stak de sleutel in het slot²

Wiktionary: sleutel

sleutel

noun

cryptography: piece of information used to encode or decode
- key → sleutel
device designed to open and close a lock
- key → sleutel
musical symbol
- clef → sleutel
hand tool
- wrench → moersleutel; schroefsleutel; sleutel; Engelse sleutel

Cross Translation:

From	To	Via
• sleutel	→ key	↔ Schlüssel — Gegenstand zum Öffnen und Schließen eines Schlosses
• sleutel	→ key	↔ clé — instrument servant à ouvrir une serrure
• sleutel	→ clef	↔ clé — notation musicale

Remove Ads

Vertaal sleutels van Nederlands naar Engels

Uitgebreide vertaling voor sleutels (Nederlands) in het Engels

sleutels:

sleutels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de sleutels

Vertaal Matrix voor sleutels:

Verwante woorden van "sleutels":

sleutels vorm van sleutel:

sleutel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de sleutel (tool)

de sleutel

de sleutel

de sleutel

de sleutel

de sleutel

de sleutel

Vertaal Matrix voor sleutel:

Verwante woorden van "sleutel":

Verwante definities voor "sleutel":

Wiktionary: sleutel