Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. smalen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor smalen (Nederlands) in het Engels

smalen:

smalen werkwoord (smaal, smaalt, smaalde, smaalden, gesmaald)

  1. smalen (smaden)
    to revile; to insult; to abuse
    • revile werkwoord (reviles, reviled, reviling)
    • insult werkwoord (insults, insulted, insulting)
    • abuse werkwoord (abuses, abused, abusing)

Conjugations for smalen:

o.t.t.
  1. smaal
  2. smaalt
  3. smaalt
  4. smalen
  5. smalen
  6. smalen
o.v.t.
  1. smaalde
  2. smaalde
  3. smaalde
  4. smaalden
  5. smaalden
  6. smaalden
v.t.t.
  1. heb gesmaald
  2. hebt gesmaald
  3. heeft gesmaald
  4. hebben gesmaald
  5. hebben gesmaald
  6. hebben gesmaald
v.v.t.
  1. had gesmaald
  2. had gesmaald
  3. had gesmaald
  4. hadden gesmaald
  5. hadden gesmaald
  6. hadden gesmaald
o.t.t.t.
  1. zal smalen
  2. zult smalen
  3. zal smalen
  4. zullen smalen
  5. zullen smalen
  6. zullen smalen
o.v.t.t.
  1. zou smalen
  2. zou smalen
  3. zou smalen
  4. zouden smalen
  5. zouden smalen
  6. zouden smalen
en verder
  1. ben gesmaald
  2. bent gesmaald
  3. is gesmaald
  4. zijn gesmaald
  5. zijn gesmaald
  6. zijn gesmaald
diversen
  1. smaal!
  2. smaalt!
  3. gesmaald
  4. smalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor smalen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abuse misbruik; oneigenlijk gebruik; overdadig gebruik; verguizing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abuse smaden; smalen afgeven op; beschimpen; honen; misbruiken; schelden op; uitschelden; verguizen
insult smaden; smalen pijn bezorgen; pijn doen; verwonden; zeer doen
revile smaden; smalen beschimpen; honen; schelden op; verguizen