Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. spreiding:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spreiding (Nederlands) in het Engels

spreiding:

spreiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de spreiding
    the dispersal
  2. de spreiding
    the spreading
    – The process of entering data at a non-leaf level and distributing the data automatically to the leaf level while maintaining data consistency within the model. 1
  3. de spreiding
    the spread
    – A small overlap that extends the shape of the upper of two differently colored, abutting objects. A spread extends beyond the area that it knocks out. 1
    • spread [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spreiding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dispersal spreiding
spread spreiding banket; beleg; broodbeleg; feestdiner; feestmaal; smulpartij
spreading spreiding distributie; distributiekantoor; uitstrooiing; verspreiding
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spread een boodschap uitdragen; klaar leggen; rondstrooien; spreiden; uitdragen; uitspreiden; uitwrijven; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verkondigen; verspreiden; verstrooien; verwijden; voortwoekeren; wijder maken; zich verder verspreiden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spread gespreid

Verwante woorden van "spreiding":

  • spreidingen

Wiktionary: spreiding

spreiding
noun
  1. frequency of occurrence or extent of existence
  2. the act or result of dispersing or scattering
  3. statistics: difference between largest and smallest observation

Cross Translation:
FromToVia
spreiding division; dividing; distribution division — Autres sens à trier