Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stil (Nederlands) in het Engels

stil:

stil bijvoeglijk naamwoord

  1. stil (stilzwijgend; zwijgend)
    silent; tacit
    • silent bijvoeglijk naamwoord
    • tacit bijvoeglijk naamwoord
  2. stil (sereen; rustig; vreedzaam; )
    quiet; peaceful; serene; tranquil; still; placid; calm; calmly; restful
    quietly
    – in a restful manner 1
  3. stil (geluidloos; ongezien; ongemerkt; )
    quietly; softly
    – with low volume 1
    • quietly bijwoord
      • she spoke quietly to the child1
    • softly bijwoord
      • speak softly but carry a big stick1
      • the radio was playing softly1
    surreptitiously; unperceived; silently; unseen; unobserved
  4. stil (gedeisd; rustig; bedaard; kalm)
    still; calm
    • still bijvoeglijk naamwoord
    • calm bijvoeglijk naamwoord
  5. stil (zonder geluid; geluidloos)
    silent; in silence; soundless; in peace; toneless
  6. stil (taciturn; gesloten; zwijgend; zwijgzaam; weinig spraakzaam)
    reserved; taciturn; tight-lipped; not saying much

Vertaal Matrix voor stil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calm gemoedsrust; gerustheid; rust; sereniteit; windstilte
quiet kalmte; rust; stilheid; stilte; vredigheid
still distilleerketel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calm kalmeren
quiet begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calm bedaard; gedeisd; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam bedaard; berustend; bladstil; geduldig; gelaten; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalm afwachtend; kalmpjes; lijdelijk; onbewogen; rustig; sereen; windstil
peaceful bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam bedaard; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; vredesgezind
placid bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen
reserved gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam besproken; geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; opzijgezet; terughoudend; terughoudende
restful bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen
serene bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen
silent geluidloos; stil; stilzwijgend; zonder geluid; zwijgend bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen
soundless geluidloos; stil; zonder geluid klankloos
tacit stil; stilzwijgend; zwijgend
taciturn gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam zwijgzaam
toneless geluidloos; stil; zonder geluid klankloos; toonloos; zonder toon
tranquil bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam bedaard; bladstil; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; rustige; sereen
unobserved geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes onopgemerkt
unperceived geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes onopgemerkt
unseen geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes onopgemerkt; verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen
- onbeweeglijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calmly bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen
quietly bedaard; geluidloos; geruisloos; kalm; kalmpjes; ongemerkt; ongezien; rustig; sereen; stil; stilletjes; vredig; vreedzaam; zachtjes bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; rustig aan; rustigjes; sereen; stilletjes aan
silently geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
softly geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
surreptitiously geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in peace geluidloos; stil; zonder geluid
in silence geluidloos; stil; zonder geluid
not saying much gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam
quiet bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam bedaard; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; rustige; sereen
still bedaard; gedeisd; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam alsnog; bedaard; doch; echter; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; maar; niettemin; nochtans; nog; nog wel; onbewogen; rustig; sereen
tight-lipped gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam

Verwante woorden van "stil":


Synoniemen voor "stil":


Antoniemen van "stil":


Verwante definities voor "stil":

  1. wie of wat niet beweegt2
    • zit toch eens stil!2
  2. met weinig of geen geluid2
    • wij wonen in een stille straat2
  3. verborgen, stiekem2
    • zij heeft een stille aanbidder2

Wiktionary: stil

stil
adjective
  1. geen of weinig geluid producerend
  2. onbeweeglijk
  3. rustig, kalm
stil
adjective
  1. silent, not making a sound
  2. with little sound
  3. not talking
  4. of a sound
  5. not moving

Cross Translation:
FromToVia
stil tranquil; leisurely; calm tranquille — Qui est paisible, calme, sans agitation.

stil vorm van stillen:

stillen werkwoord (stil, stilt, stilde, stilden, gestild)

  1. stillen (lessen)
    to quench; to alleviate
    • quench werkwoord (quenches, quenched, quenching)
    • alleviate werkwoord (alleviates, alleviated, alleviating)
  2. stillen (stelpen)
    to staunch; to stop
    • staunch werkwoord (staunchs, staunched, staunching)
    • stop werkwoord (stops, stopped, stopping)

Conjugations for stillen:

o.t.t.
  1. stil
  2. stilt
  3. stilt
  4. stillen
  5. stillen
  6. stillen
o.v.t.
  1. stilde
  2. stilde
  3. stilde
  4. stilden
  5. stilden
  6. stilden
v.t.t.
  1. heb gestild
  2. hebt gestild
  3. heeft gestild
  4. hebben gestild
  5. hebben gestild
  6. hebben gestild
v.v.t.
  1. had gestild
  2. had gestild
  3. had gestild
  4. hadden gestild
  5. hadden gestild
  6. hadden gestild
o.t.t.t.
  1. zal stillen
  2. zult stillen
  3. zal stillen
  4. zullen stillen
  5. zullen stillen
  6. zullen stillen
o.v.t.t.
  1. zou stillen
  2. zou stillen
  3. zou stillen
  4. zouden stillen
  5. zouden stillen
  6. zouden stillen
en verder
  1. ben gestild
  2. bent gestild
  3. is gestild
  4. zijn gestild
  5. zijn gestild
  6. zijn gestild
diversen
  1. stil!
  2. stilt!
  3. gestild
  4. stillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stillen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stop halt; halte; halteplaats; oponthoud; stopplaats; vertraging
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alleviate lessen; stillen
quench lessen; stillen laven; lenigen; lessen; tegoed doen
staunch stelpen; stillen
stop stelpen; stillen afhouden; afremmen; afzetten; beletten; beslissen; besluiten; blijven staan; blijven steken; dichten; dwarsbomen; dwarsliggen; ermee uitscheiden; ervanaf houden; gaten stoppen; halt houden; halthouden; haperen; inhouden; opgeven; ophouden; remmen; staken; stilhouden; stilstaan; stilzetten; stokken; stoppen; stopzetten; tegenhouden; tegenwerken; temporiseren; tot staan brengen; tot stilstand brengen; uitscheiden; vastlopen; vertragen; weerhouden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
staunch ferm; fiks; flink; hecht; stevig

Wiktionary: stillen


Cross Translation:
FromToVia
stillen calm down; soothe besänftigen — durch Zureden bewirken, dass jemandes innere Erregung langsam nachlassen und abklingen
stillen assuage; appease; pacify; calm; quiet; allay; quieten; soothe; still apaiserramener au calme, à un état paisible.

Verwante vertalingen van stil