Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. subject:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor subject (Nederlands) in het Engels

subject:

subject [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het subject (thema van een boek; thema; onderwerp)
    the theme; the subject; the subject matter; the principal theme; the topic; the item

Vertaal Matrix voor subject:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
item onderwerp; subject; thema; thema van een boek Outlook-item; artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak
principal theme onderwerp; subject; thema; thema van een boek onderwerp; thema
subject onderwerp; subject; thema; thema van een boek afstudeerrichting; onderdaan; onderwerp; onderwerp van een zin; proefpersoon; schoolvak; studierichting
subject matter onderwerp; subject; thema; thema van een boek
theme onderwerp; subject; thema; thema van een boek bureaubladthema; thema
topic onderwerp; subject; thema; thema van een boek basislijn; grondlijn; hoofdlijn; hoofdlijn in plan of verhaal; onderwerp; thema
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
subject onder gezag brengen; onderwerpen

Verwante woorden van "subject":

  • subjecten