Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. suspenderen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor suspenderen (Nederlands) in het Engels

suspenderen:

suspenderen werkwoord (suspendeer, suspendeert, suspendeerde, suspendeerden, gesuspendeerd)

  1. suspenderen (schorsen)
    to suspend; to adjourn; to inhibit; to ban
    • suspend werkwoord (suspends, suspended, suspending)
    • adjourn werkwoord (adjourns, adjourned, adjourning)
    • inhibit werkwoord (inhibits, inhibited, inhibiting)
    • ban werkwoord (bans, banned, banning)

Conjugations for suspenderen:

o.t.t.
  1. suspendeer
  2. suspendeert
  3. suspendeert
  4. suspenderen
  5. suspenderen
  6. suspenderen
o.v.t.
  1. suspendeerde
  2. suspendeerde
  3. suspendeerde
  4. suspendeerden
  5. suspendeerden
  6. suspendeerden
v.t.t.
  1. heb gesuspendeerd
  2. hebt gesuspendeerd
  3. heeft gesuspendeerd
  4. hebben gesuspendeerd
  5. hebben gesuspendeerd
  6. hebben gesuspendeerd
v.v.t.
  1. had gesuspendeerd
  2. had gesuspendeerd
  3. had gesuspendeerd
  4. hadden gesuspendeerd
  5. hadden gesuspendeerd
  6. hadden gesuspendeerd
o.t.t.t.
  1. zal suspenderen
  2. zult suspenderen
  3. zal suspenderen
  4. zullen suspenderen
  5. zullen suspenderen
  6. zullen suspenderen
o.v.t.t.
  1. zou suspenderen
  2. zou suspenderen
  3. zou suspenderen
  4. zouden suspenderen
  5. zouden suspenderen
  6. zouden suspenderen
en verder
  1. ben gesuspendeerd
  2. bent gesuspendeerd
  3. is gesuspendeerd
  4. zijn gesuspendeerd
  5. zijn gesuspendeerd
  6. zijn gesuspendeerd
diversen
  1. suspendeer!
  2. suspendeert!
  3. gesuspendeerd
  4. suspenderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor suspenderen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ban ban; boycot; exportverbod; kerkban; uitvoerverbod; verbod
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adjourn schorsen; suspenderen afbreken; beëindigen; forceren; halthouden; ontbinden; opheffen; stoppen; stukmaken; verbreken; verbrijzelen; verdagen
ban schorsen; suspenderen bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verbieden; verdrijven; verjagen; wegjagen
inhibit schorsen; suspenderen
suspend schorsen; suspenderen onderbreken

Wiktionary: suspenderen

suspenderen
verb
  1. To create a suspension