Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tampon:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tampon (Nederlands) in het Engels

tampon:

tampon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tampon
    the tampon
    • tampon [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tampon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tampon tampon

Verwante woorden van "tampon":

  • tampons

Wiktionary: tampon

tampon
noun
  1. A plug of cotton or other absorbent material