Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal tanken

Vertaal tanken van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

tanken:
- fill up
- tanks; reservoirs
tank:
- cistern; water tank; water reservoir; armoured car; armored car
Wiktionary:
- tanken → gas, fuel
- tank → tank
- tank → tank, water-tank, cistern, chariot, cart, waggon, trolley, reservoir, receptacle

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tanken (Nederlands) in het Engels

tanken:

tanken werkwoord (tank, tankt, tankte, tankten, getankt)

tanken (vol maken)
to fill up
- fill up werkwoord (fills up, filled up, filling up)

Conjugations for tanken:

o.t.t.

tank
tankt
tankt
tanken
tanken
tanken

o.v.t.

tankte
tankte
tankte
tankten
tankten
tankten

v.t.t.

heb getankt
hebt getankt
heeft getankt
hebben getankt
hebben getankt
hebben getankt

v.v.t.

had getankt
had getankt
had getankt
hadden getankt
hadden getankt
hadden getankt

o.t.t.t.

zal tanken
zult tanken
zal tanken
zullen tanken
zullen tanken
zullen tanken

o.v.t.t.

zou tanken
zou tanken
zou tanken
zouden tanken
zouden tanken
zouden tanken

en verder

ben getankt
bent getankt
is getankt
zijn getankt
zijn getankt
zijn getankt

diversen

tank!
tankt!
getankt
tankend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tanken [znw.] zelfstandig naamwoord

tanken
the tanks; the reservoirs
- tanks [the ~] zelfstandig naamwoord
- reservoirs [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tanken:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fill up		aanvulling; completering; supplement; suppletie; voltooiing
reservoirs	tanken	achterbakken; laadbakken; vergaarbakken
tanks	tanken
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fill up	tanken; vol maken	aanvullen; bijschenken; bijtanken; bijvullen; completeren; dichtgooien; gaten dichten; opvullen; stoppen; toevoegen; volmaken; volplempen; volstorten; voltallig maken; vullen

Verwante woorden van "tanken":

tank

Wiktionary: tanken

tanken

verb

fill a vehicle's fuel tank
- gas → tanken
to provide fuel
- fuel → tanken

tank:

tank [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de tank (waterreservoir; regenbak)
the cistern; the water tank; the water reservoir
- cistern [the ~] zelfstandig naamwoord
- water tank [the ~] zelfstandig naamwoord
- water reservoir [the ~] zelfstandig naamwoord
de tank (pantserwagen; pantservoertuig)
the armoured car; the armored car
- armoured car [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
- armored car [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor tank:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
armored car	pantservoertuig; pantserwagen; tank
armoured car	pantservoertuig; pantserwagen; tank
cistern	regenbak; tank; waterreservoir
water reservoir	regenbak; tank; waterreservoir	regenbak; regenton; stortbak
water tank	regenbak; tank; waterreservoir	regenbak; regenton; stortbak

Verwante woorden van "tank":

tanken, tanks

Verwante definities voor "tank":

bak of houder voor bewaren van vloeistoffen¹
- in de tank van een auto hoort benzine¹
zwaar gepantserd gevechtsvoertuig¹
- de Russische tanks trokken Polen binnen¹

Wiktionary: tank

tank

noun

closed container
- tank → vat; tank
military armoured fighting vehicle
- tank → tank

Cross Translation:

From	To	Via
• tank	→ tank	↔ Panzer — gepanzertes (mit einem Panzer^[1b] versehenes) militärisches Fahrzeug
• tank	→ water-tank; cistern	↔ aiguière — Sorte de vase fort ouvrir, qui a une anse et un bec, et dans lequel on met de l’eau pour le service ordinaire de la table et pour d’autres usages.
• tank	→ tank; chariot; cart; waggon; trolley	↔ char — chariot élevé.
• tank	→ cistern; water-tank; tank; reservoir; receptacle	↔ citerne — réservoir souterrain ou non, destiné à recevoir et garder l’eau pluviale.
• tank	→ water-tank; cistern	↔ réservoir — lieu où certaines choses sont en réserve.

¹Muiswerk Woordenboek