Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tengel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tengel (Nederlands) in het Engels

tengel:

tengel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tengel (tingel)
    the tinkle
    • tinkle [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tengel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tinkle tengel; tingel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tinkle bonzen; klingelen; luiden; rinkelen; tingelen; tinkelen

Verwante woorden van "tengel":

  • tengelen, tengels, tengeltje, tengeltjes