Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. traceren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor traceren (Nederlands) in het Engels

traceren:

traceren werkwoord (traceer, traceert, traceerde, traceerden, getraceerd)

  1. traceren (lokaliseren; opsporen; vinden)
    to trace; to localize; to locate; to localise
    • trace werkwoord (traces, traced, tracing)
    • localize werkwoord, Amerikaans (localizes, localized, localizing)
    • locate werkwoord (locates, located, locating)
    • localise werkwoord, Brits
  2. traceren
    to trace
    – To execute a program in such a way that the sequence of statements being executed can be observed. 1
    • trace werkwoord (traces, traced, tracing)
  3. traceren
    to trace
    – To track an inventory dimension to show its related receipts and issues. 1
    • trace werkwoord (traces, traced, tracing)

Conjugations for traceren:

o.t.t.
  1. traceer
  2. traceert
  3. traceert
  4. traceren
  5. traceren
  6. traceren
o.v.t.
  1. traceerde
  2. traceerde
  3. traceerde
  4. traceerden
  5. traceerden
  6. traceerden
v.t.t.
  1. heb getraceerd
  2. hebt getraceerd
  3. heeft getraceerd
  4. hebben getraceerd
  5. hebben getraceerd
  6. hebben getraceerd
v.v.t.
  1. had getraceerd
  2. had getraceerd
  3. had getraceerd
  4. hadden getraceerd
  5. hadden getraceerd
  6. hadden getraceerd
o.t.t.t.
  1. zal traceren
  2. zult traceren
  3. zal traceren
  4. zullen traceren
  5. zullen traceren
  6. zullen traceren
o.v.t.t.
  1. zou traceren
  2. zou traceren
  3. zou traceren
  4. zouden traceren
  5. zouden traceren
  6. zouden traceren
en verder
  1. ben getraceerd
  2. bent getraceerd
  3. is getraceerd
  4. zijn getraceerd
  5. zijn getraceerd
  6. zijn getraceerd
diversen
  1. traceer!
  2. traceert!
  3. getraceerd
  4. tracerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor traceren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trace flinter; floers; klein beetje; schijntje; snufje; vleugje; waas; zweem; zweempje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
localise lokaliseren; opsporen; traceren; vinden
localize lokaliseren; opsporen; traceren; vinden
locate lokaliseren; opsporen; traceren; vinden bijzetten; neerzetten; plaatsen; situeren; vinden; zetten; zich afspelen
trace lokaliseren; opsporen; traceren; vinden calqueren; checken; met pen overtekenen; nagaan; natrekken; overtrekken; verifiëren