Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vakgroep:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vakgroep (Nederlands) in het Engels

vakgroep:

vakgroep [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vakgroep (sectie)
    the department; the branch

Vertaal Matrix voor vakgroep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
branch sectie; vakgroep afdeling; agentschap; bedrijfstak; beroepsgroep; bijkantoor; boomtak; branche; branche-element; deelsoort; departement; detachement; economische sector; ent; filiaal; hulpkantoor; loot; sectie; tak; takje; twijg; vertakking; voorwaardelijke branche; zijtak
department sectie; vakgroep afdeling; ambtsgebied; bestuursgebied; bestuursregio; departement; detachement; gebied; gewest; gordel; gouw; jurisdictie; landstreek; ministerie; oord; plaats; provincie; rayon; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; sectie; streek; tak; terrein; territorium; zone
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
branch aftakken; uitvoeren als vertakking; vertakken; vertakking

Verwante woorden van "vakgroep":

  • vakgroepen